Zorgen bij burgerverenigingen om junioren-aantallen

Column

In mijn woonplaats Voorschoten wordt het nieuws overheerst door een vreselijk treinongeluk. Maar toch verdient de ledenvergadering van de KNRB van afgelopen zaterdag ook aandacht. Het was voor Seada van den Herik de eerste vergadering die ze leidde als bondsvoorzitter en dat deed ze goed. De sfeer bij gastvereniging De Maas was prettig, al waren er ook best lastige vragen.

De vergadering was vooraf gegaan door een schriftelijke vragenronde. Zo ging het over het tijdstip van de vergadering. De wedstrijdagenda raakt steeds voller, dus tijd om te vergaderen is er nauwelijks en als je het op een niet-wedstrijddag doet missen bestuursleden- met name bij studentenverengingen – een van hun weinige vrije dagen.

Vooral bij de zogeheten burgerverenigingen was er veel zorg over de jeugdleden. Hun aantal groeit niet meer, dat is overigens ook bij andere sporten het geval. De roeibond heeft nu twee commissies opgericht om er aan te gaan werken. Eentje voor het roeien voor jeugd in de breedte en de andere ook voor de weg naar de top. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Ons land heeft gelukkig al heel lang goede jeugdroeiers, maar in de breedte is een groei wenselijk. Zeker als je kijkt naar de totale aanwas bij de roeibond. Er zijn inmiddels meer dan 45.000 leden.

Binnen de sportwereld is heel wat te doen rond ongewenst gedrag. De roeibond heeft al een tijd vertrouwenscontactpersonen en dat loopt zo te  horen (en te lezen) goed. Al zou er wellicht ook eens een man bij kunnen komen, want nu zijn er alleen vrouwen. Ook verengingen moeten op ongewenst gedrag attent zijn en daarvan is men zich ook bewust.

En dan is werk in het bondsbestuur iets waar elke bestuurder op een gegeven ogenblik een punt achter zet. Dit was de laatste vergadering voor Hélène Fobler die lange tijd een goede secretaris was en daarbij heel wat lang lopende dossiers wist af te ronden.

De voorzitter had zich voorgenomen op tijd met de vergadering klaar te zijn en dat lukte!