De Nederlandse afvaardiging bij de wereldbekerwedstrijden in Belgrado heeft acht medailles buitgemaakt. Drie gouden, vier zilveren en een bronzen medaille gaan mee naar huis. Ons land staat daarmee tweede op de medaillespiegel, na Groot-Brittannië dat elf medailles in de wacht sleepte. Vier daarvan waren van goud.
Nederlands goud was er voor de vrouwen vierzonder, de vrouwen dubbeltwee van Inge Janssen en Sophie Souwer en de mannenacht. Lisa Scheenaard en Marloes Oldenburg kwamen tekort om Janssen en Souwer in een eindsprint voorbij te schieten. Hen werd het zilver om de nek gehangen.
Vierzonder
De vierzonder van Govert Viergever, Vincent van der Want, Jasper Tissen en Harold Langen veroverde zilver door op een dikke seconde achter de Britse prioriteitsboot te finishen. Het schip met Bjorn van den Ende op de slagpositie eindigde in diezelfde race net buiten het erepodium op de vierde plaats.
Zeker
De vrouwen dubbelvier wist van tevoren dat zij met eremetaal naar huis zouden gaan, aangezien dit veld maar drie deelnemers kende. Souwer en Janssen gingen niet alleen met dubbeltwee goud naar huis, maar pakten in de vier ook zilver. Hierin werd het duo versterkt met Nicole Beukers en Olivia ven Rooijen.
Vrouwen tweezonder
Bij de vrouwen tweezonders was Nederland al zeker van twee medailles met twee ploegen uit drie deelnemers. De Britten vulden het overwegend oranje veld aan en sleepten het goud in de wacht. José van Veen en Lies Rustenburg wonnen zilver en Aletta Jorritsma en Karolien Florijn droegen de rode lantaarn, maar deze was brons waard.