Te klein om hard te roeien? Olivia Loe (170 cm) bewijst het tegendeel

Kort

Als roeister van 170 cm kom je nauwelijks een bondsboot in, maar Olivia Loe uit Nieuw-Zeeland is het bewijs dat je als ‘ukkie’ WKmedailles in de dubbeltwee kunt winnen. Zelfs in het zware veld.

Vorig jaar behaalde zij in de dubbeltwee een zilveren WKplak in Plovdiv, samen met ploeggenoot Brooke Donoghue. Dit jaar komt ze voor niets minder dan goud. Dat vertelt Loe tijdens een interview met New Zealand Herald: ‘’We kwamen vorig jaar ook niet voor het zilver. Dat is niet onze standaard. We hebben ondertussen goed gekeken hoe we sneller konden worden.’’

Excuus
Met haar lengte valt ze op tussen haar mede-atleten. ‘’Toen ik besloot om elite te roeien en naar de Olympische Spelen te gaan, kon ik mijn lengte niet meer als een excuus gebruiken voor niet de snelste te zijn. Als je in ploegen wilt roeien moet je seat-races winnen, en dat is precies wat ik deed.’’

Pluspunt
In sommige opzichten doet Loe er zelfs haar voordeel mee: ‘’Ik zat altijd met lange meiden in een ploeg, en ik moest dus ook op hun lengte roeien. Technisch gezien werd ik daardoor wat strenger voor mezelf. Er is mij altijd gezegd: ‘meer lengte, meer lengte’, en nu ben ik een van de roeisters met de meeste lengte in de haal.’’

Succes
Sinds 2017 vormen Loe en Donoghue een ploeg. Ze waren meteen succesvol: samen wonnen ze twee World Cups, de Henley Royal Regatta, en de kampioenschappen in Sarasota. Vorig jaar grepen ze net naast het goud in Plovdiv. Volgende week ligt het tweetal samen aan de start bij de wereldkampioenschappen in Linz.