De jongensacht is een van de twee Nederlandse ploegen die de finale haalde bij de WK voor junioren. “En het was vrij lastig om daar te komen”, merkte junioren bondscoach Ronald Florijn. “Ze deden wat ze konden, maar landen als Duitsland en Amerika waren gewoon beter.”
“Ik had de keuze kunnen maken voor een waarschijnlijk snellere vierzonder, maar met de acht hebben we een brede groep binnenboord die zich kan ontwikkelen. De acht is een soort bedrijfje op zich, daar moet je als roeier echt je weg in vinden.” In een kleiner nummer had Florijn wellicht een snellere boot kunnen formeren, maar dan hadden er meer jongens aan de kant gestaan.
Doorlussen
Behalve de jongere roeiers, heeft de jongensacht ook wat sterkere en meer ervaren bemanningsleden aan boord. “Hun talent willen we in de acht ‘doorlussen’ naar de onervaren roeiers”, legt Florijn uit. “Zij kunnen er veel van leren om met goede jongens in dezelfde acht te zitten. Zij maken heel snel goede stappen.”
Olympisch
Het doel is zoveel mogelijk junioren door ontwikkelen tot toproeiers. “Maar elk jaar bereikt hooguit een of zelfs geen enkele van de nu junioren later het olympisch team”, weet Florijn. “En het is nu lastig om te bepalen wie dat eventueel kan op termijn, maar die ene wil je niet missen. Dus kunnen we beter veel roeiers laten meedoen in de acht en hen allemaal de nodige stappen laten zetten.”
Coaches
Behalve het meenemen van veel potentieel goede roeiers, is het ontwikkelen van coaches een doel. “Er zijn veel coaches mee gereisd bij dot toernooi”, zegt Florijn. “Wij willen hen ontwikkelen. Dat zetten we het komende jaar voort door tussen september en maart weekeindes te organiseren met coachcursussen met elke keer een ander thema, zoals ‘afstellen’. Zo kunnen we organisch alle coaches ontwikkelen.”
Vertroeteld
Het is belangrijk om de coaches goed uit te rusten met de juiste kennis. Florijn: “Onder elke coach vallen ongeveer vijf roeiers. Als een coach stopt, vallen die roeiers dus ook weg.” Het is volgens de bondscoach belangrijk dat coaches het naar hun zin hebben. “Je gaat alleen coachen als je het leuk vindt, en dat vind je alleen leuk als je een beetje vertroeteld wordt en gewaardeerd wordt.”
Ontdekken
Behalve de coaches, krijgen roeiers zelf ook de ruimte zich op eigen kracht te ontwikkelen. “Het heeft een voordeel als er niet langs de baan wordt meegefietst door coaches”, zegt Florijn over de roeibaan van Trakai, een van zijn favoriete roeiwateren. “De roeiers kunnen dan zelf goed dingen ontdekken. Je kunt veel uitleggen en je kunt als coach goed de leiding nemen, maar het werkt beter als ze tijdens het roeien eerst zelf tegen van alles aanlopen.”
Muggen
Van fouten kun je leren, is het punt dat Florijn maakt. Junioren mogen fouten maken. “In een olympisch team moet alles goed zijn, maar het hoort bij de ontwikkeling van junioren om problemen te ervaren en op te lossen. Als je ergens komt en bepaalde omstandigheden zijn niet ideaal, dan moet je er toch mee omgaan. In Trakai zaten bijvoorbeeld veel muggen.” Een les is ook om er geen heisa van te maken, maar de problemen voor jezelf te houden. ”De een kan dat beter dan de ander. Sommigen leren ervan en sommigen leren nooit. Daarin herken je toppers van de toekomst.”