‘Het is hier warm (30 c+), vochtig (70 %+), het water is zeezout, maar het is op het oog niet oneerlijk en er is een goede beschoeiing.’ Dit stelt coach Willem Stohr in een review over de aanstaande olympische roeibaan. De Nederlandse junioren genieten van een rustdag tijdens de juniorenWK die tevens dient als olympisch testevenement. Morgen kunnen de ‘proefkonijnen’ bij de halve finales weer aan de bak.
“Bijzonder is dat de baan is aangelegd in een oude havendok die aan de kopse kanten is afgesloten met een dam. Daarin zit een sluis die zorgt voor een verbinding met zee, maar die blijft tijdens het evenement dicht. Ondanks dat de wal van beton is, is er nauwelijks deining. Dat komt door de goede golfbrekers die men heeft aangelegd. Er zit overigens veel vis in het water”, zegt Stohr.
Dichtbij
De baan is heel breed, naast de acht wedstrijdbanen is er veel ruimte over. Dat zorgt er mede voor dat er bij schuine wind ogenschijnlijk geen grote verschillen ontstaan. “Je zit dus midden in een haven, en op de achtergrond zie je de torens van Tokyo. Met de bus is het een kwartier rijden van het olympisch stadion en zijn vele andere faciliteiten dichtbij.”
Keurig
De accommodatie doet hem een beetje denken aan de Bosbaan ‘er komen ook veel vliegtuigen over’ en Harkstede ‘er zijn hier ook windmolens’, maar hij ziet ook dat de wind wordt gebroken door afvalbergen naast de baan waarop een park is aangelegd. De gebouwen eromheen zien er keurig uit – ‘weinig ruimte voor de coaches’ – de enorme tribune vangt veel zonlicht.
Issue
Het grootste issue is volgens hem de warmte en de luchtvochtigheid. “Er moet daar veel aan gedaan worden. Onze roeiers varen bijvoorbeeld met koelvesten. In de stad is het nog veel warmer, door een relatief koele bries vanuit zee, is het op de roeibaan nog te doen.”