Vice-olympisch kampioen in de lichte dubbeltwee, Jason Osborne, maakte na de Olympische Spelen van Tokyo de overstap naar het professionele wielrennen. De 28-jarige Duitser begon als stagiair bij de Belgische formatie Quick-Step en kreeg vorig jaar een contract aangeboden door de Alpecin-ploeg, bekend van wielerfenomeen Mathieu van der Poel.
Komend jaar zal Osborne voor het eerst tijdens wielerwedstrijden op het hoogste niveau te bewonderen zijn. Het Belgische Sporza interviewde hem. Daar gaf hij te kennen dat hij met name mikt op een hoge klassering tijdens de klassieker Luik-Bastenaken-Luik. “Die wedstrijd winnen of een ritzege in een grote ronde is mijn ultieme droom.” Vertrouwen haalt hij uit het feit dat hij in 2020 de eerste wereldkampioen Eracing werd op het onlineplatform Zwift. Daar versloeg de wereldkampioen van 2018 in de lichte skiff meerdere wereldtoppers. “Als je ziet wat Jay Vine – die ook wereldkampioen werd op Zwift – nu presteert, dan is het een motivatie voor mij om gelijkaardige dingen te doen.” Deze Australiër won al meerdere profwedstrijden.
Pijn
In het interview komt uiteraard ook de vergelijking met de roeisport aan de orde. “Roeiwedstrijden duren 6 à 7 minuten. Je voelt tijdens die inspanning heel veel pijn, want je hele lichaam vult zich met melkzuur. Bij wielrennen is dat anders. Daar moet je dezelfde korte inspanning meermaals herhalen tijdens een wedstrijd. Enkel je benen doen dan pijn. Een roeiwedstrijd kan je vergelijken met een sprint in een wielerwedstrijd die je dan wel minutenlang volhoudt om op het einde nog eens te versnellen. Roeien doet veel meer pijn dan koersen.”
