Jan Wienese (73) laat een krant zien. Er staat een paginagrote foto van Dafne Schippers, de atlete die goud won. “Hier moeten roeiers komen te staan”, verzucht hij.
Amsterdam – De gouden medaillewinnaar van de Olympische Spelen van 1968 volgt de roeisport nog altijd. Al is het tegenwoordig met enige afstand. Toch maakt hij zich er nog steeds druk om. “De roeiwereld is vastgelopen.” In zijn ogen moet per direct een en ander veranderen om het roeien beter te maken en daar wil hij zich voor inzetten. Hij vindt dat roeien teveel een amateursport is en wil graag professionaliseren.
Media
“Roeien is niet interessant meer voor de media”, zegt hij terwijl hij nogmaals een blik werpt op de krant. “Er gebeurt veel in de achterkamertjes en we krijgen niet meer mee wat er zich echt afspeelt in de ploegen”, legt de roeilegende uit. “De media hebben hun aandacht in het roeien verloren, dat moet veranderen.”
Discussie
Volgens Wienese is het essentieel voor de toekomst het toproeien als de sport meer bereik krijgt en een groter publiek heeft. Meer publiek interesseren is een manier om als roeigemeenschap professioneler te worden. Hij heeft het gevoel dat er in de roeiwereld teveel elkaar de en boven het hoofd houdt en daardoor erg op zichzelf is aangewezen.
Bloot
“Daardoor bloedt de roeiwereld dood. Laat eens zien wat er écht speelt in een ploeg, ook al zijn dat schermutselingen. Als er ruzie is, dan moet de wereld dat weten”, stelt Wienese. “Topsporten doe je in je ‘blootje’. Alleen wanneer je een open boek bent en openlijk de discussie aan durft te gaan, zal je mensen interesseren voor de sport.”
Amateurisme
De manier waarop de roeisport zich profileert in de media is volgens Wienese een teken van amateurisme, een term waarmee hij de Nederlandse equipe beschrijft. “Roeien is de moeder van de amateursport”, benadrukt hij met zijn vuist op tafel. “De manier waarop er nu met elkaar wordt omgegaan in de achterkamertjes is niet alleen onprofessioneel, maar ook nog eens onsportief”.
Aandacht
Wienese breekt een lans voor meer aandacht voor het roeien in de media “Dat moet een fundament worden voor een professionelere roeiwereld. Met bredere aandacht is het mogelijk om meer sponsorgeld binnen te halen en dat is weer goed voor de technische professionalisering”, meent Wienese.
Aanzien
“Geef de roeiwereld weer aanzien!” roept Wienese opeens terwijl hij nogmaals hard met zijn hand op tafel slaat. “Roeiend Nederland moet niet krampachtig proberen om professioneel te zijn, maar juist erkennen dat ze amateuristisch is. Pas dan heb je een basis waarop je professionaliteit kunt opbouwen.”
Organiseren
Overigens vindt Wienese wel dat het gebrek aan professionaliteit vooral in de organisatie van topsport zit en niet zozeer in de roeiers zelf. “De roeiers zelf zijn professioneel. Alles eromheen is amateuristisch. Als de organisatie om de roeiers heen beter zou zijn, bijvoorbeeld door meer profs te regelen en opener te zijn in het beleid, zou er meer geld beschikbaar komen voor de topsport want professionele sport is interessanter voor sponsoren. Op die manier infecteert de organisatorische kant de sportieve kant. Die organisatie is op dit moment veel amateuristischer dan in 1968.”
Legendes
“Weet wie er vroeger de helden waren”, is het devies van Wienese aan de roeiers. Dat is volgens hem een mooie manier om een betere weg in te slaan. “Je kunt namelijk veel van ze leren. Vroeger wist je via het blad wie er wie is. Nu heeft niemand meer een idee wat de grote namen zijn, laat staan vroeger. Hooguit van naam”, voegt hij eraan toe. “Laat het ‘leren van het verleden’ in ieder geval voor de roeiwereld zelf een begin zijn.”