Als Maarten Hurkmans op 30 juli van vorig jaar de olympische finale roeit, weet hij op dat moment al dat dit zijn laatste race zal zijn. Fysiek en mentaal was de roeier van de Holland Acht opgebrand. “Vanwege een slepende heupblessure roeide ik al lang met pijn. Daarnaast hakte het uitstel en de onzekerheid door de coronacrisis er hard in. Het plezier in het roeien was ik gaandeweg steeds meer verloren. Het alleen maar roeien en niets ernaast doen, zorgde voor een enorme sleur. Ik kan zelfs stellen dat ik roeien echt niet meer leuk vind.”
Het zijn harde woorden van een jongen die vanaf zijn 14e alles doet om zijn droom – deelname aan de Olympische Spelen – waar te maken. “Alles ging in de eerste jaren vanzelf. Ik trainde er uiteraard hard voor, maar ik kon mijn doelen prima halen naast mijn school en studie. Het racen en het winnen van junioren- en U23-kampioenschappen vond ik prachtig. Dat werd anders toen ik terugkwam na vier jaar studie en roeien in Amerika.”
Afvragen
Vanaf juni 2019 gaat Hurkmans fulltime trainen met de Holland Acht. “Achteraf kan ik stellen dat alleen maar trainen niet goed bij mij past. Maar het punt was dat ik dusdanig moe werd van het uitputtende schema, dat iets ernaast doen vrijwel onmogelijk was. Lange sessies van 28 kilometer in een tweezonder zijn zwaar. Misschien zelfs zwaarder dan in de skiff omdat je van elkaar afhankelijk bent. Omdat het een korte periode was, hield ik het vol. Dat werd anders toen de Spelen werden uitgesteld. Nog vier maanden afzien werd 16 maanden.”
De maanden na de eerste coronaperiode hebben geen goede uitwerking op de roeier. “Door mijn heupblessure – die toen voor het eerst steeds serieuzer werd – deed ik weinig. Ik had verder niets te doen en zat lamlendig bij mijn ouders thuis. Ik werd steeds depressiever. Er zijn zelfs weken geweest waarin een avondwandelingetje de enige activiteit van die dag was. Mijn psycholoog zei het later treffend: ‘het gevaarlijkste wat je kan doen bij een topsporter is hem tijd geven. Dan gaat hij nadenken.’ Ik ging me steeds meer afvragen waarom ik nog roeide.”
Fanatiek
Ook ondervindt hij de gevolgen van een openbare coming-out als biseksueel. In juni 2020 plaatst hij hierover een bericht op Instagram. “Ik worstelde niet zozeer met mijn gevoelens, maar het was wel een intensieve periode waarin ik een nieuw deel van mezelf moest leren kennen. Ook wilde ik anderen helpen die er niet voor uit durven te komen. Maar ik heb het effect onderschat. Ik had het op een dinsdag geplaatst en heb het weekeinde erna alleen maar op bed gelegen. Zo uitgeput was ik van alle berichten en vragen erover. Bijkomend nadeel was dat vanaf toen elk artikel met mij hierover ging. Daar was ik op een gegeven moment klaar mee.”
Als de equiperoeiers ondertussen weer fanatiek het trainen oppakken voor het EK in Poznan, heeft Hurkmans de grootste moeite met het trainingsregime. “Mijn blessure werd steeds erger. Vlak voor het toernooi heb ik tegen onze coach Mark Emke gezegd dat het écht niet ging. Ik had dat eerder moeten doen, maar wilde dat op dat moment nog niet zien. Het was vooral pappen en nathouden. Er was eigenlijk geen echte diagnose. Daar ben ik toen zelf achteraan gegaan, het medisch team was dat niet gelukt. Er bleek iets mis te zijn met mijn heupbuigers. Ik verloor er een half jaar door.”
Opladen
Ondertussen presteert zijn Holland Acht mede door een coronageval bij de EK ondermaats, terwijl veel andere Nederlandse boten titels pakken. “We hebben na afloop van dat toernooi flink wat gedoe gehad, ook onderling. Het bleef weliswaar door etteren, maar op een gegeven moment hebben we besloten daar een punt achter te zetten.” Met flink wat rust weet Hurkmans zich weer enigszins op te laden voor het laatste half jaar richting spelen. “De blessure was onder controle, maar daarmee was het ook wel gezegd. Ik deed weer het volle schema, maar werkte van training naar training. Ik heb het doorgezet, omdat ik heel graag in Tokyo wilde roeien. Maar ook daar was het met name vanwege de coronastress niet bepaald leuk.”
Toch bleef de roeier van Nereus en Hemus vertrouwen hebben in een goede afloop. “We waren in trainingen supersnel. Tegelijkertijd hadden we amper races om te oefenen. En daarbij was er altijd wel iets mis. Uiteindelijk wil je je race kunnen dromen. Dat hadden wij niet. Daar is het denk ik mis gegaan. We wisten niet precies hoe een perfecte race moest voelen.”
Voorkomen
Hoewel het voor Hurkmans meteen na de finish duidelijk is dat het zijn laatste zou zijn, blijft hij met een ongemakkelijk gevoel zitten. “Ik ben helemaal oké met de situatie dat ik gestopt ben en ook trots op wat ik bereikt heeft. Natuurlijk is het ergens zonde van mijn talent en vooral ook jammer dat ik een beetje afkeer heb gekregen van roeien. Maar het vervelendste vind ik dat er dingen zijn gebeurd die hadden kunnen worden voorkomen als er meer aandacht voor was geweest. En dan heb ik het niet alleen over mijn blessure, waarvan ik vind dat ‘ie niet adequaat genoeg is aangepakt.”
Hij is er echter nog niet van overtuigd dat dit ook gaat gebeuren. “Er zou meer geluisterd moeten worden naar de roeiers en hoe zij dingen ervaren. Na de Spelen leek dit via enquêtes eindelijk te gebeuren, maar dit initiatief kwam uit de roeiers zelf. Er werd altijd wel geëvalueerd tussen coaches, maar als roeier kwam je er niet aan te pas. Hooguit een gesprekje met je eigen coach. Ik heb nu een fulltimebaan in de financiële sector en daar bespreek ik elke twee weken hoe het gaat. Zo kan het dus ook.”
Intimiderend
De oud-student van California hekelt dan ook het gebrek aan communicatie bij de roeibond. “Je moet van alles, maar ondertussen wordt er nooit naar je geluisterd. Mij is ook wel eens op intimiderende wijze de mond gesnoerd en er werd nog wel eens hard op de man gespeeld. Op het OTC heerst(e) een cultuur waar niet iedereen zich durft uit te spreken. Ik weet dat nog wel eens door coaches gedreigd met het intrekken van A-statussen. Nu ik aan het werk ben, vind ik het best fijn dat er geen coach meer is die je kan verneuken. Het is erg, maar zo denk je als roeier wel.”
Hurkmans maakt zich vooral zorgen om jonge roeiers. “Het schema is zo zwaar geworden dat het lastig vol te houden is. School of studie wordt naar de achtergrond gedreven in de drang om beter te worden in het roeien. Slechts een enkeling kan het combineren. En zeker als je er net bijkomt, ga je niet zeuren over studie. Je wil je kans pakken. Maar op de lange termijn kan dat gewoon niet goed zijn. In de equipe zitten nu roeiers met amper een schooldiploma. Er is genoeg bewijs om te stellen dat het altijd beter is iets naast topsport te doen. Ze noemen het niet voor niets het zwarte gat.”
Ten goede
Hij ziet zeker ook dat dingen ten goede zijn veranderd. “Zo heb ik begrepen dat er geen één-op-één-gesprekken meer zijn tussen coach en roeier. Er moet nu altijd iemand bij zijn. En dat de vrouwen en mannen nu samen trainen onder het zelfde regime is ook goed. Zo creëer je een teamgevoel in plaats dat de verschillende secties elkaar niets gunnen zoals het eerder was. Of dat coaches elkaar achter elkaars rug om zwart maken. Maar tegelijkertijd weet ik ook dat roeiers zich nog steeds niet durven uit te spreken. Met name de mensen die het zich niet kunnen veroorloven.”
Ondanks dat de resultaten uitstekend zijn, is Hurkmans ook kritisch op het proces dat daar naar leidde. “In mijn ogen zijn die successen niet relevant. Als je iets belooft, dan moet je dat ook nakomen. Er zou een eerlijk selectieproces zou komen dat enkel gebaseerd zou zijn op data. Dat is uiteindelijk niet gebeurd. Bij de selectie voor het laatste WK werd weer van alles overhoop gegooid zonder enige selectie of uitleg. Ik zit er dicht op, bepaalde ploegen kan je niet goedpraten volgens de beloofde selectieprocessen. Atleten berusten zich nog steeds in de situatie en zeggen dat het gewoon ‘bij de roeibond hoort’. Ik vind dat dat niet normaal moet zijn. Ik word uiteraard graag positief verrast, maar ik ben bang dat er weinig gaat veranderen.”