Guus Mollee komt net terug van ‘een stukje trainen’ van 30 kilometer over de Ringvaart wanneer we hem spreken. “Hoe ik hier terecht gekomen ben? Een beetje bij toeval eigenlijk. Mijn vader heeft bij Aegir geroeid, en vertelde daar vaak enthousiast over. Ook kwamen zijn oude roeivrienden wel eens langs.” Zelf roeien was echter niet vanzelfsprekend. “Ik was heel fanatiek aan het voetballen, en dat ging eigenlijk ook best wel lekker. Daar wilde ik niet mee stoppen. Toen ik met mijn broertje meeging naar een talentendag van NOCNSF – eigenlijk meer voor de gezelligheid – kwam daaruit dat ik potentie had voor roeien. Dat heeft me over de drempel geduwd.”
“Vanaf het moment dat ik voor het eerst in een roeiboot stapte, zo’n zes en een half jaar geleden, leek dit me wel wat. Ik had altijd het gevoel dat er iets in zat, Ik wilde het summum opzoeken. Voor roeien zijn dat de Olympische Spelen.” Ondanks dat het summum nu wel dichtbij komt, probeert Mollee er koel onder te blijven: “Je leeft er natuurlijk wel naar toe, maar ik zie het gewoon als een normale wedstrijd. Je moet het niet groter maken dan het al is, en eigenlijk is elke wedstrijd een uit de hand gelopen sparsessie.”
“Ook in het leven om het roeien heen ben ik er soms wel veel mee bezig. Je moet er af en toe wel wat voor laten gaan, zoals activiteiten met vrienden, al heb ik dat sociale contact wel nodig om goed te presteren. Ik probeer naar mijn lichaam te luisteren wanneer het wel, en wanneer het niet kan. Nu de spelen dichterbij komen ben ik er wel meer en meer mee bezig.”
“Wat ons doel op de spelen is? We hebben onze zinnen wel op een medaille gezet. Daar kom je toch voor. Bij de vierzonders is dat ook mogelijk, dat veld ligt heel erg open. Er zijn enorm veel goede ploegen, maar geen idee wie de beste gaan zijn. Persoonlijk wil ik goud winnen. Als dat niet op deze spelen gebeurt, ga ik sowieso nog een keer. Als ik ergens aan begin, dan wil ik de beste zijn. Maakt niet uit wat, maar ik wil het goed afsluiten, en ga daar dan ook helemaal voor. Alles of niets. Stel we winnen wel goud, ook dan wil ik nog een keer. Misschien dat ik het dan scullend wil proberen.”
“Na de spelen heb ik eerst drie weken vakantie. Geen idee wat ik dan ga doen, maar het wordt lastig om zo lang stil te zitten. Daarna ga ik eerst nog wat andere sporten doen: hardlopen, crossfit of vechtsporten. Dat vind ik erg leuk, maar heb ik al lang niet meer kunnen doen. Ook ga ik mijn studie afmaken. Ik volg de opleiding Associate Degree Sport, uitstroomprofiel topsport en talentcoach. Dat lijkt me ook heel leuk om te doen. Ik vind het mooi om met enthousiaste mensen samen te werken. Dat je ze eerder moet remmen dan motiveren. Dat heb ik zelf ook.”