De vrouwendubbelvier met Lisa Bruijnincx, Willemijn Mulder, Vera Sneijders en Femke Paulis pakte vrijdag het goud. Dat was de enige medaille namens Nederland tijdens deze gecombineerde wereldkampioenschappen. NLroei sprak met boegroeister Bruijnincx die met haar wereldtitel een unieke prestatie neerzette.
Support NLroei, doe mee aan de crowdfunding, dat kan hier. Alvast bedankt!
De roeister van Njord greep het goud nadat zij in dat vorig jaar al had gedaan in de dubbeltwee. In die boot werd ze in 2019 ook al wereldkampioen bij de junioren. “Het is vrij onwerkelijk dat ik nu zo’n rijtje heb. Ik heb er nog niet echt woorden voor. Het jaar 2020 viel er een beetje uit omdat er toen vanwege corona alleen een EK was. Daar heb ik toen zilver gehaald, maar daar kan ik verder prima mee leven hoor”, vertelt ze lachend.
Henley
Deze laatste gouden medaille lag een paar maanden terug nog niet bepaald voor de hand. Haar partner van vorige seizoenen, Fien van Westreenen, studeert in Amerika en bedankte dit keer voor de WK. Ook andere in Amerika trainende talenten kozen voor een andere invulling van hun zomer. Veel van hen wilden met hun universiteit starten bij de Henley Royal Regatta en het combineren daarvan met de wereldkampioenschappen onder 23 jaar werd dit jaar niet toegestaan.
Diamant
Noodgedwongen werd nu een boot gemaakt met de nog relatief onervaren scullsters Vera Sneijders en Willemijn Mulder. Met de ervaren slagvrouw Femke Paulis hoopte het de roeibond alsnog succes te behalen. “We waren in het begin echt een ruwe diamant. De eerste wedstrijden samen liepen ook nog niet zo goed. Pas bij de Slotwedstrijden hadden we voor het eerst het idee dat we echt goed samen konden racen. Vanaf daar hebben we doorgepakt. Toen begon de droom van een medaille of zelfs goud te leven.”
Vertrouwen
Het kwartet van coaches Peter Wiersum en Lieke Otten zette volgens Bruijnincx de laatste weken technisch nog flinke stappen. “Met sparsessies ging het steeds beter en geregeld haalden we 100% van de golden standard, wat betekent dat we op snelheid lagen voor een wereldrecord. Dat lukte ook als de weersomstandigheden niet ideaal waren. Dat gaf dus wel vertrouwen.”
Zenuwen
Alsnog gierden de zenuwen voor de voorwedstrijd door de aderen van de roeiers. “De eerste wedstrijd van het toernooi vind ik altijd nog spannender dan de finale. Je weet nog niets van de tegenstand en bent bang dat de rest straks ineens nog veel beter is. Mijn ploeggenoten hadden er ook last van, maar ik denk dat we uiteindelijk een ideale combinatie hadden van de ervaring van Femke en mij en de onbevangenheid van Vera en Willemijn.”
Ontspanning
De voorwedstrijd won het kwartet na een spannende race met Roemenië en Duitsland. Het bleken achteraf ook meteen de belangrijkste concurrenten voor de finale. “Eerlijk gezegd had ik vooraf al gedacht dat we al meteen de beste boten zouden treffen. Het was fijn dat we dat wonnen, want we hebben ze toen een dag later elkaar zien afslachten in de herkansing. In de trainingsdagen voor de finale we veel op ontspanning gefocust. Dat gaf nog een extra zetje.”
Achtervolgingsrace
De Leidse was er echter op beducht op dat het in de finale anders zou kunnen lopen. Ook in de eindstrijd was de Nederlandse ploeg niet als snelste uit de start en was de boot genoodzaakt de achtervolging in te zetten. “We wisten dat het begin van de race niet ons sterkte punt is. Maar voor ons doen kwamen we heel goed uit de start. Ik had echt het gevoel dat ik lekker aan het roeien was. Dat gaf vertrouwen dat we er in het tweede deel langs zouden komen.”
Onzeker
Ondanks dat de vier met een tijd van 6:18,30 een wereldrecord in deze leeftijdscategorie roeide, bedroeg het verschil op de streep met Roemenië uiteindelijk slechts 0,58 seconden. Het verschil bleek zo klein dat er nog twijfel was over de winst. “Ik juichte meteen heel hard, maar ik merkte al snel dat ik de enige in de boot was. Toen zagen we op het scorebord dat Roemenië boven ons stond en toen schrokken we allemaal flink. Gelukkig was het nog de volgorde van de baanindeling en sprong het snel over.”
Bondstrials
Bruijnincx hoopt eigenlijk dat deze wereldtitel de laatste is in deze leeftijdscategorie – al mag ze volgend jaar nog een keer deelnemen. Aankomend jaar hoopt ze zich via bondstrials in de nationale selectie te roeien. ,,Dat zat er dit jaar vanwege mijn stage en wat pech met corona nog niet in. Komende maanden heb ik meer tijd en wil ik er vol voor gaan. Aan mijn trackrecord op onder 23-niveau zal het in elk geval niet liggen.”