De klap van de ineenstorting van het oranje roei-imperium bleef uit. Sterker: er was helemaal geen implosie. De Nederlandse equipe presteerde bij de Europese kampioenschappen prima, ondanks dat vijf kopstukken uit het begeleidend team hun biezen hadden gepakt. NLroei sprak Freek Robbers, hij is samen met Diederik Simon de enige bondscoach die trouw bleef. Ondanks de wisseling van de wacht waren er net zoveel gouden plakken als twee jaar geleden, namelijk twee. Vorig seizoen sloeg Nederland de EK over.
Robbers belde vanuit Plovdiv terwijl de boten en andere spullen voor de thuisreis werden opgeladen. “Ik was bij dit toernooi met vier boten bezig. Beide skiffs, de vrouwendubbel en de mannendubbelvier. Dat was tevens mijn debuut als ploegcoach bij de mannen”, zei Robbers.
Mix
Dat ging gelijk goed, want de scullers pakten zilver. “Het is een mooie mix van ervaring en nieuwe talenten die in een relatief korte periode veel progressie boekten. Met deze aanpak gaan we door.” Hij beschrijft ook de lotgevallen van zijn solisten. “Rik Rienks stond voor een enorme uitdaging. En Benthe Boonstra eigenlijk ook. Zij groeide steeds verder in het toernooi, maar in de finale was het op.”
Je hoort uit de mond van succescoach Robbers geen grootspraak, ook niet als het gaat om ‘zijn’ gouden EKdubbeltwee: Roos de Jong en Tessa Dullemans. “Vorig seizoen gingen ze samen ook al hard, dit jaar konden zij met elkaar vormen een mooie combinatie vormen. Ze hebben beiden in de afgelopen periode ook flink geïnvesteerd in hun studie. Daarbij hielden ze elkaar mooi in evenwicht. En wat hun prestatie van dit EK betreft: het pakte enorm goed uit.”
Ego
Desgevraagd vertelt Robbers hoe hij de afgelopen periode heeft ervaren. “Wisselende emoties. Het is jammer als collega’s vertrekken, maar er zijn ook nieuwkomers. Samen met Jabik Bastiaans heb ik sollicitatiegesprekken gevoerd, onder andere met Arnoud Hummel. Hij is denk ik een mens zoals jullie op NLroei hadden beschreven. Dienend, met een niet te groot ego. Iemand die vragen stelt, in plaats van dicteert.” Hummel viel met zijn neus in de EKboter, de Nederlandse armada pakte bij zijn eerste toernooi zeven medailles.
Vorig jaar coachte roeiliefhebber Robbers beide vrouwenvieren. De boordroeisters wonnen goud, de scullsters zilver. Voor beide boten was de marge tussen goud en zilver minder dan 0,2 seconde. De komende olympische cyclus zal het gaan om prolongeren én om revanche. Op hoofdlijnen blijft de aanpak gelijk aan die van de afgelopen jaren. “Dat gaat goed, dat weten de roeiers en roeisters ook. Dat vertrouwen was er en het is prachtig dat dit op de volle breedte van de equipe is bevestigd. De komende tijd staat in het teken van racen. Na Henley gaan we weer gerichter trainen naar de WK in Shanghai.”
