Het jaar 2024 was voor de KNRB er een van uitersten. Aan de ene kant een recordaantal Olympische medailles, aan de andere kant organisatorische onrust. De kritiek op het vertrek van technisch directeur Hessel Evertse, in combinatie met interne spanningen binnen het bondsbureau, was de aanleiding tot een onderzoek naar de organisational health index (OHI). In een interview met NLroei deelt voorzitter Seada van den Herik de bevindingen en de plannen om de KNRB toekomstbestendig te maken.
De aanleiding voor het organisatieonderzoek lag in een reeks interne spanningen die het afgelopen jaar naar de oppervlakte kwamen. Een rapport van Fijbes Consultancy uit 2022 had al zorgen geuit over een onveilig werkklimaat, wat leidde tot de schorsing van Evertse. Hoewel een rechter de schorsing later ongegrond verklaarde, aangezien het rapport niet op wederhoor gebaseerd bleek te zijn, bleef de vertrouwensbreuk binnen de organisatie bestaan. Het toen ingezette mediation-traject bracht hierin geen verandering.
[tekst loopt door onder de crowdfundingoproep]
Doe mee aan de crowdfunding en maak gratis kans op ‘Ieder mens is een verhaal’. Doneren kan hier, alvast bedankt!
Twee maanden voor de Olympische Spelen kondigde Van den Herik het definitieve vertrek van Evertse aan. De timing en communicatie hierover leidden tot felle kritiek van roeiers en coaches, met zelfs een oproep tot aftreden van het bestuur. Vervolgens was een deel het bondsbestuur niet welkom was in de VIP-tent van de Holland Beker.
De Telegraaf
Van den Herik blikt terug: “Het bestuur heeft in haar afweging toen prioriteit gegeven aan rust en focus van de atleten op de route naar de Olympische Spelen en is daarom in die periode geen verdere discussie aangegaan.” In november kondigde bondshoofdcoach Meenhorst ook zijn vertrek aan, hij had tijdelijk samen met Jeroen Bijl de rol van technisch directeur vervuld.
De situatie was eerder geëscaleerd toen een vertrouwelijk document van de personeelsvertegenwoordiging uitlekte, waarin werd gesproken van een ‘cultuur van angst’. Dit kwam in De Telegraaf terecht en vergrootte de druk op het bondsbestuur.
Intern
“Uit de evaluatie over de zomer kwam naar voren dat het lekken van informatie breed werd betreurd,” zegt Van den Herik. “Dit document was nog niet definitief vastgesteld en bevatte fouten die normaal gesproken zouden zijn gecorrigeerd.” Ze wil echter niet specificeren welke elementen in het document onjuist zouden zijn.
De KNRB besloot, in overleg met NOCNSF, om niet publiek op de kwestie te reageren, maar stak extra tijd in het informeren van de verenigingen. “We wilden openheid geven aan onze achterban en hebben daarvoor extra voorzitters-overleggen ingepland.”
Uitkomsten
Om de kern van de problemen en mogelijke oplossingen in kaart te brengen, gaf het bestuursdeskundige Marion Verburgh opdracht tot een organisatieonderzoek. De uitkomsten waren gedeeltelijk gepresenteerd tijdens de bondsledenvergadering.
Uit het onderzoek kwamen meerdere thema’s naar voren: doelstellingen en cultuur zijn twee belangrijker ervan. De actiepunten voortkomend uit die onderwerpen zijn mede de leidraad geweest voor het vormgeven van het nieuwe jaarplan.
Praten
Het eerste thema richt zich op het verduidelijken van de rolverdeling binnen de KNRB. “Wat is de rol van het bestuur, de verschillende onderdelen in de organisatie en van de talloze commissies? En hoe loopt de samenwerking en afstemming daartussen? Dat loopt wisselend en dat geeft soms verwarring,” aldus Van den Herik. Daarom wordt er nu gewerkt aan een helder overzicht van verantwoordelijkheden, waarbij ook wordt vastgelegd wat commissies precies doen en hoe hun werk bijdraagt aan de KNRB-strategie.
Wat betreft cultuur is transparante communicatie essentieel, vindt Van den Herik. “Wij willen minder praten óver mensen en meer mét elkaar. Mensen in hun kracht zetten en hen verantwoordelijkheid geven.” Een belangrijk speerpunt is het versterken van de verbinding tussen stafleden, bestuur en atleten. “We werken aan meer onderlinge communicatie. Interim-directeur Nicolien Nicolai heeft gesprekken georganiseerd om deze verbinding te verbeteren.”
Veranderingen
Nu rijst de vraag: wat betekent dit concreet voor de toekomst van de KNRB? Als het gaat om fundamentele veranderingen van de organisatiecultuur bij de volgende Olympische Spelen in 2028, benadrukt Van den Herik eerst de successen van het afgelopen jaar, en gaat ze niet direct in op de noodzakelijke verbeteringen.
“Wat er ook gebeurd is, we hebben acht Olympische medailles gehaald en dat laat zien dat we als bond sterk blijven staan,” aldus Van den Herik. “We zijn ook gegroeid in leden en hebben een nieuw contributiemodel opgezet.”
Geen technisch directeur
Toch zijn structurele verbeteringen noodzakelijk. Zo worden vacatures uitgezet voor sleutelposities binnen de organisatie, zoals functies binnen de topsportafdeling. Opvallend is dat er géén nieuwe technisch directeur wordt aangesteld. “We hebben met de staf en de atletencommissie gekeken naar de beste structuur voor de topsportorganisatie”, aldus Van den Herik. “De contouren hiervan zijn voorbereid door Meenhorst en Bijl, en in december en januari zijn we in gesprek gegaan met de staf en atletencommissie om de details verder uit te werken.”
Een andere verandering was de herstart van de atletencommissie. De vernieuwde versie bestaat uit vijf atleten en een onafhankelijke voorzitter: Maartje Damen. Deze commissie heeft formele bevoegdheden om het topsportprogramma te evalueren en advies te geven. “Hierdoor kunnen atleten beter worden gehoord en daadwerkelijk invloed uitoefenen op het sportbeleid.”
Bouwen
Van den Herik ziet de KNRB als een organisatie in transitie, waarbij samenwerking en vertrouwen centraal staan. “We praten nu veel meer met elkaar in plaats van over elkaar,” zegt ze. “Gesprekken tussen bestuur, staf en atleten helpen om onderlinge relaties te versterken. Als je met elkaar praat, merk je dat er veel meer gedeelde passie voor de sport is dan tegenstellingen.”
Met het organisatieonderzoek als leidraad en de eerste hervormingen in gang gezet, kijkt Van den Herik met vertrouwen naar de toekomst. “We willen werken aan rust, vertrouwen en samenwerking. Daarvoor is het essentieel dat we elkaar kennen, elkaars intenties begrijpen en blijven praten. Want alleen als we dat goed organiseren, kunnen we verder bouwen aan de KNRB als een sterk netwerk voor alle roeiers en roeisters.”