Melvin Twellaar: ‘Niet gedacht dat ik Tokyo zou halen’

Interview

Het waren hectische maar geslaagde Olympische Spelen voor Melvin Twellaar. Het 24-jarige Aegirlid roeide met Stef Broenink in de dubbeltwee naar het zilver. ”Wij zijn echt vrienden van elkaar. Dat is onze kracht,” zegt hij tegen NLroei.

Bij de huldiging in Scheveningen, Humberto en ook koning Willem Alexander: overal mocht Twellaar de afgelopen tijd met zijn medaille pronken. ”Heel bijzonder en ook leuk allemaal, als roeier ben je dit soort aandacht meestal niet gewend”, zegt hij. ”Maar ik ben toch blij dat ik geen profvoetballer ben, die áltijd zoveel media-aandacht krijgt.”

Steun NLroei, doe mee aan de crowdfunding, dat kan hier. Bedankt!

Hectiek
Twellaar vond het een hectische editie van de Spelen. ”Vanwege de besmettingen die er waren in het team. Maar de medaille maakte het natuurlijk allemaal weer goed.” Vooraf wisten hij en zijn roeipartner Stef Broenink al dat ze serieuze kandidaten waren voor de medailles. ”Maar ik probeer altijd vooraf een wedstrijd niet na te denken over het podium, maar vooral over hoe ik ga roeien. Ik ben liever met het proces bezig, in plaats van het eindresultaat.”

Maar dat eindresultaat was er dus wel. In de voorrondes en halve finales bleek het duo al ijzersterk, met een olympisch record plaatsten ze zich voor de finale. In een bloedstollende finale kwam Frankrijk uiteindelijk nog nét langs de Nederlandse boot, met twee tiende verschil. ”We hebben écht het maximale eruit gehaald. Meer zat er niet in”, zegt Twellaar erover.  

Nooit verwacht
Als je het hem een paar jaar geleden had gevraagd, had hij nooit gedacht om naar Tokyo te kunnen gaan. ”Nog geen drie jaar geleden trainde ik bij Aegir en Gyas. Toen ik naar de roeibond ging werd ik heel snel beter, en werd het ineens toch een realistisch doel. Vorig jaar dacht ik voor het eerst: nu zou ik er wel klaar voor zijn.”

Dat was op het moment dat hij al regelmatig met Broenink trainde. ”Eigenlijk zijn we een beetje met toeval samen in de boot beland. Het klikte meteen goed, we zijn echt vrienden van elkaar. Dat moet ook wel als je in een twee zit’’, vindt hij. ‘’Je traint elke dag samen, je bent vaak met elkaar weg en je slaapt dan vaak ook op dezelfde kamer. Dan is het wel zo makkelijk als je elkaar ook aardig vindt.”

Kracht
Dat is dan ook precies wat de twee zo’n goed team maakt, denkt Twellaar. ”We zijn allebei sterk en hebben doorzettingsvermogen. Maar vooral ook het vertrouwen dat we het maximale voor elkaar eruit willen halen. En we hebben het gezellig met elkaar. Af en toe gewoon wat kletsen tijdens een training, dat is ook een kracht van ons.”