Ik ben zelf nooit een roeiwonder geworden en ook als coach heb ik nooit echt noemenswaardige dingen bereikt. Toch kan ik zeggen dat ik sinds twee jaar verzeild ben geraakt in de dagelijkse roeipraktijk. En dat is mooi.
In mijn studententijd ben ik via Orca met roeien in aanraking gekomen. En aangezien ik als student journalistiek ook in het schrijven bedreven raakte was een directe klik makkelijk ontstaan. Van het een kwam het ander.
Twee jaar geleden werd ik samen met twee andere redacteuren betrokken bij het “nieuwe” NLroei. Zo leerde ik de roeiwereld pas echt kennen. Als lid van een betrokken en efficiënte redactie met een mooi doel: het nationale roeien op een eigen wijze dagelijks verslaan. En aan een steeds groeiende lezersgroep is te merken dat verslag van de dagelijkse gang van zaken wordt gewaardeerd.
Ik vind het belangrijk dat toproeien in de verticale lijn de aandacht krijgt. Behaalde medailles op internationale toernooien zijn fantastisch en lezers van binnen en buiten de roeiwereld smullen ervan. Maar daar moet het niet allen over gaan. Waar de basis van het roeien vaak wordt aangeleerd in een eerstejaarsploeg, behoort de verslaggeving ook daar te beginnen. Gedurende het seizoen maak ik met plezier mijn berichten over de eerstejaars- en developmentprestaties. Ook dat is roeisport en belangrijk om te belichten.
Zelf nooit aan de start van een groot toernooi hebben gelegen kan soms een voordeel hebben bij het maken van stukken. Tijdens interviews –met name met oud gedienden- vraag ik soms naar heel basale zaken, waarvan ik me achteraf soms afvraag of ik dat niet had moeten weten. Het antwoord is vrijwel altijd ‘neen’. Wat ik geregeld terughoor is dat mensen het waarderen om de basis op een, laat ik het “jip-en-janneke-manier” noemen, uitgelegd te krijgen.
Voor andere opdrachtgevers in de journalistiek schrijf ik vaak voor geschreven pers, dag en maandbladen of grotere platforms. NLroei is sneller, vluchtiger en kleiner, maar vooral is de doelgroep dichterbij. De feedback op mijn stukken is daarmee ook veel directer. Vaak levert dat een enorme pluim op. Op andere momenten zijn de kritische mensen. Soms terecht, soms onterecht in mijn ogen. En omdat ik betrokkenheid op andere plaatsen vaak mis, zegt dat wat over die bij NLroei.
En we kunnen wat bereiken. Behalve goed gelezen stukken was ik bijvoorbeeld enorm trots op alle tienduizenden handtekeningen bij een petitie voor twee olympisch gekwalificeerde Belgen, die spijtig genoeg alsnog niet naar Rio mochten. In 2016 bij de Holland Beker door Mahé Drysdale uitgereikt aan de FISA. Op zowat alle vlakken is blijk van een betrokken lezersgroep en, wederom, de waardering voor de sport.
En die betrokken lezersgroep wil ik graag behouden. Veel heeft het financieel nog niet opgeleverd. En dat is niet erg. Ik zal er ook nooit van hoeven zwemmen in het geld, maar ik vind het van belang dat ons platform blijft bestaan en dat we ons werk kunnen doen. Zolang onze stukken steeds beter worden gelezen zijn we nodig. Zolang mensen zich met wat voor reactie dan ook betrokken blijven voelen bij het nieuws dat we brengen zijn we goed bezig. Dat geeft onafhankelijk roeinieuws, mijn werk, en dus NLroei bestaansrecht.