Skiffeur Stef Broenink kende een teleurstellend seizoen vol ziekte en blessures. Desondanks gaat hij aanstaande zondag bij de wereldkampioenschappen van start. Hij voelt zich fit en wil revanche.
Het was even schakelen voor de roeier van Njord toen het eind maart voor het eerst in zijn roeicarrière op fysiek gebied tegenzat. “Ik kreeg last van mijn rug, maar dacht dat het door spanning kwam voor de ergometertest die er aan zat te komen. Mijn trainingstijden waren dusdanig dat ik gebrand was op een goede prestatie. Maar na de laatste voorbereiding kon ik amper meer lopen.”
NK
Na enkele weken rust eindigde Broenink zonder noemenswaardige voorbereiding bij het NK op een vierde plaats. “Ik was daar geen schim van mezelf. Doordat ik amper had getraind, miste ik coördinatievermogen.” Een vierde plaats bij wereldbekerwedstrijden van Belgrado een paar weken later gaf hem echter hoop dat het lek boven was.
C-finale
“Vlak erna werd ik behoorlijk ziek. Maar ook toen ik weer beter was, viel ik vaak na een training meteen in slaap. Iets wat ik voorheen nooit had. Achteraf gezien had ik toen rust moeten nemen.” Het EK en wereldbekerwedstrijden in Poznan eindigden in een sof. Tot tweemaal toe kwam hij niet verder dan een vierde plek in de C-finale. Een schril contrast met de vierde plaats die hij vorig jaar behaalde in Luzern.
Twijfel
Broenink belandde in een donkere periode. “Ik twijfelde aan mezelf en aan mijn lichaam. Dat had me voor het eerst in de steek gelaten. Mijn lichaam is me altijd enorm vergevingsgezind geweest en kon de zwaarste trainingen aan.” Hij wijst op de eenzaamheid. “In een ploeg deel je tegenvallende resultaten, terwijl je er in een skiff alleen voorstaat. Het ligt altijd aan jezelf.”
Bond
Oorzaken kan de Leidenaar inmiddels feilloos aanwijzen. “Het zijn eigenlijk de naweeën van vorig jaar toen ik voor het eerst met de nationale ploeg ging trainen. Dat betekende een zwaarder schema en ik was dan wel de snelste skiffeur, iedere dag piekt er wel iemand. Ik wilde koste wat kost elke training de snelste zijn. Ook als dat drie keer per dag was. Dat heeft me opgebroken.” Ook moest hij flink trekken aan zijn studie Life, Science & Technology.
Luzern
Pas in Luzern – toen hij met Amos Keijser in de dubbeltwee was gezet – vond de net 27 jaar geworden Broenink het plezier in het roeien weer terug. “Het was te kort dag om daar meteen een goede prestatie neer te zetten maar het was een fijne onderbreking.” Hij putte daar ook moed uit gesprekken met concurrenten. “Je komt er echter dat het bij iedereen wel eens tegen zit. Olympisch medaillewinnaar Damir Martin kende ook een minder seizoen vanwege fitheidsproblemen. Met hem praten hielp om alles in perspectief te plaatsen.”
Hoogtestage
Sinds de hoogtestage in Oostenrijk voelt Broenink zich weer helemaal de oude. “Ik reageer blijkbaar goed op zuurstoftekort, want ondanks dat ik het daar heel zwaar had zijn mijn bloedwaardes sinds dat kamp enorm goed.”
Afspraken
Hij vindt het niet gek dat er ondanks zijn slechte seizoen geen streep door zijn naam ging voor het WK, zoals bij de lichte mannendubbeltwee wél gebeurde. “Dat heeft te maken met afspraken die je vooraf maakt. De bondscoaches hadden mij bijvoorbeeld ook in een ander boottype kunnen zetten, maar ik ben blij dat ze me de kans geven. In de skiff kan ik op basis van wat ik eerder heb gedaan misschien echt nog wat moois laten zien.”
Vertrouwen
Aan een voorspelling waagt hij zich echter niet. “Ik heb van afgelopen periode juist geleerd mijn verwachtingen los te laten. Het belangrijkste is dat het vertrouwen in mezelf weer terug heb.”