Voorbeschouwing WK: mannenvloot + update van Meenhorst

Interview Voorbeschouwing

Vanaf zondag staat de roeisport een ruime week in het teken van de wereldkampioenschappen. In Racice strijden vijftien Nederlandse ploegen om de medailles, waarvan – gezien het laatste optreden bij de EK – zeker tien oprecht een kans maken op eremetaal. NLroei sprak hoofdcoach Eelco Meenhorst en beschouwt vandaag de mannenboten. De vrouwen komen morgen aan bod.

Crowdfunding ’22/’23 gestart, steun NLroei, dat kan hier, alvast bedankt!

Het is voor de toproeiers een uitzonderlijk jaar: post-olympisch, maar ook prijkt volgend seizoen de olympische kwalificatie alweer op de kalender. Wat freewheelen kan nu (en dat doen sommigen dan ook), anderzijds is 2022 het aangewezen moment om te experimenteren. En dat gebeurt dan met bijvoorbeeld boordroeiers die nu als scullers worden getest. En olympisch scullkampioen Abe Wiersma zit in de Holland Acht.

Vermoeidheid
De bondsvloot nam niet aan veel wedstrijden deel. Het bleef beperkt tot twee wereldbekers en de EK. De prestaties tot dusver vielen hoofdcoach mee, zei Meenhorst deze week tegen NLroei. “Bijvoorbeeld bij onze laatste wedstrijd – de Europese kampioenschappen – lagen onze bemanningen vermoeid aan de start. We hebben geen gas teruggenomen en stevig doorgetraind. Toch werd er goed gepresteerd”, zei Meenhorst. De oogst bestond uit negen medailles, waarvan tweemaal goud.

Pieken
Na de EK trok Meenhorst met zijn team de bergen in om in de ijle lucht de zuurstofopname maximaal op te schroeven. Afgelopen week trainde de oranje-armada weer op de Bosbaan (onder zeeniveau). Meenhorst blikte vooruit op de WK. Volgens de hoofdcoach zal de vorm tijdens de wedstrijdweek moeten gaan groeien. Althans, zo heeft hij het met zijn staf gepland. “De eerste toernooidagen zullen de roeiers nog moe zijn van de laatste trainingen. Het klinkt misschien gek, maar in de loop van de week rusten ze uit, ondanks de wedstrijden die tussendoor worden gedaan. Doel van deze aanpak is dat erop de finaledagen optimaal kan worden gepiekt.”

Twellaar
Bij de mannenboten lijken de kleinste en de grootste boot de meeste kans te hebben. Hoe snel iets kan gaan bewees dit jaar Melvin Twellaar wel. De Groninger groeide in drie jaar tijd uit van reserve tot Europees kampioen in de skiff. Wie denkt dat Twellaar bij de mondiale titelstrijd nóg betere concurrenten treft dan ruim een maand geleden komt echter bedrogen uit. De beste roeiers lagen toen ook al aan de start. Het zal vooral moeten blijken of regerend wereldkampioen Oliver Zeidler toen slechts een tijdelijke inzinking had en of olympisch kampioen Stefanous Ntouskas nu beter in vorm is. Met Kjetil Borch, Kristian Vasilev en Mindaugas Griskonis zijn er ook nog eens voldoende outsiders.

Holland Acht
Ook de nieuwe Holland Acht maakte in Mûnchen indruk door na een enorme snoek vlak na de start alsnog de zilveren medaille te behalen. Desondanks lijkt Groot-Brittannië na al hun gouden medailles dit jaar de favoriet. Duitsland – de laatste jaren altijd goed voor goud of zilver – lijkt minder kans te maken. Het rommelt behoorlijk in de begeleidingsstaf van de Oosterburen en het schijnt dat twee van hun vaste krachten de WK missen wegens werkverplichtingen bij de politie. Australië daarentegen roeide sterk in Luzern en de nieuwe technisch directeur Josy Verdonkschot stuurt namens USA voor het eerst dit jaar een ploeg. Let ook op Roemenië dat roeiers uit sterke ploegen dubbel laat starten.

Vierzonder
Naast de acht is ook de vierzonder absoluut medaillekandidaat. Het is zelfs onduidelijk welke boot in de hiërarchie hoger staat. Feit is wel dat de ploeg met de soepel roeiende broers Rienks en de fysiek sterke Sander de Graaf en Ruben Knab tot nu toe uiterst stabiele resultaten aflevert met drie zilveren medailles tijdens alle gehouden internationale toernooien. Groot-Brittannië is na hun winst in Luzern ook in dit nummer favoriet al zal olympisch kampioen Australië erop gebrand zijn revanche te nemen. Driekwart van deze boot werd vorig jaar olympisch kampioen. Roemenië is ook in dit veld meer dan een gevaarlijke outsider.

Dubbelvier
De nieuwe dubbelvier heeft vooralsnog geen aansprekend resultaat laten zien. Hoewel de boot aan vermogen geen gebrek heeft – Stef Broenink en Simon van Dorp zijn de absolute wereldtop op de ergometer en ook Jan van der Bij doet een stevige duit in het zakje – kwam het kwartet van slagman Finn Florijn bij de EK niet verder dan een plek in de B-finale. De ploeg zat vanwege de studieverplichtingen in Amerika van Van Dorp toen nog maar kort bij elkaar, dus de verwachting is dat het fysiek sterke viertal nu een stuk beter op elkaar is ingespeeld. In dit veld is er momenteel geen absolute grootmacht. Italië, Groot-Brittannië, Polen, Roemenië en China maken allemaal kans op goud.

Tweetjes
Bjorn van den Ende en Nelson Ritsema starten als reserve in de tweezonderstuurman. De kwaliteit – zowel in de top als in de breedte – is in dit veld echter enorm. De finale halen zal al een knappe prestatie zijn en vermoedelijk ook een iets te hoge horde. Pararoeier Corné de Koning is in de niet-paralympische skiff een van de favorieten voor de wereldtitel en met zijn nieuwe partner Chantal Haenen is hij absoluut gegadigde voor het podium.