Ruud Stokvis: “Roeien blijft voorlopig een witte sport”

Algemeen

Ruud Stokvis (78) roeide niet alleen heel hard – brons in 1966 bij de WK ėn brons in 1972 bij de Olympische Spelen – hij is nog steeds een bekwaam coach (vroeger bij Nereus, thans RIC) – maar bovenal is hij socioloog. Stokvis bestudeert verhoudingen tussen mensen in sociale verbanden. NLroei stelde hem de vraag waarom roeien anno 2021 nog steeds een overwegend witte sport is.

De roeibond spant zich in om roeien meer divers te maken. Zo is er een campagne om meer vrouwen voor bestuursfuncties te werven. En is er een commissie diversiteit en inclusie opgetuigd. Deze commissie heeft als een van de eerste acties een enquête gelanceerd waarvan wordt gehoopt dat zoveel mogelijk roeiers en roeisters die invullen. Ook op verenigingsniveau wordt er aan de weg getimmerd. Zo bracht Laga een interview met twee leden over hun geaardheid. Stokvis heeft onderzoek gedaan naar het functioneren en de ontwikkeling van sportverenigingen en bonden. In verband daarmee heeft hij ook bezien wat er terecht komt van het streven van de overheid om verenigingen in etnisch opzicht meer divers te maken.

Oogopslag
Volgens Stokvis is er weinig kans dat de bond door specifieke beleidsmaatregelen, zoals promotie-acties, in etnisch perspectief meer divers wordt. Hoewel veel studenten met een migratieachtergrond naar universiteiten en hogescholen gaan, zie je die mensen verhoudingsgewijs nauwelijks terug bij de studentenroeiverenigingen. “Stel, je bent van Surinaamse, Marokkaanse of Turkse afkomst en je gaat naar de introductie bij een studentenclub, dan zie je in een oogopslag dat je zo ongeveer de enige bent met die achtergrond. Dat trekt niet aan. Terwijl de clubs helemaal niet willen uitstralen dat mensen met een migratieachtergrond niet welkom zijn. Dat is ook niet het punt. Veel mensen voelen zich niet thuis in een omgeving van mensen die niet op hen lijken.”

Gewoonten
Met de huidige clubstructuren zal dat maar langzaam veranderen. “Omdat je in Nederland voornamelijk kunt roeien bij een vereniging, is het onbedoeld lastig voor mensen met een migratieachtergrond er zich bij aan te sluiten. De clubpopulatie is een tamelijk homogene groep met eigen zeden en gewoontes, daar voel je je als buitenstaander met een andere achtergrond niet snel bij thuis. Misschien dat commerciële roeischolen iets makkelijker toegankelijk zijn.”

Welvaart
Bovendien heeft roeien een tamelijk elitair karakter, net zoals tennis en golf dat vroeger hadden. Sporen van de oude met het corps verbonden tradities treft men er nog steeds aan. “Denk aan blazers en clubliederen. Ook dat kan afstotend werken. Tennis en golf zijn veel meer gepopulariseerd dan roeien. Tennis is uitgegroeid tot de tweede sport van Nederland, dat kun je inmiddels een volkssport noemen. Dat heeft te maken met de toename van de welvaart in de jaren zestig en zeventig. Maar ik vraag me af of het aandeel van tennissers met een migratieachtergrond evenredig is toegenomen met hun aandeel in de Nederlandse bevolking”.

Conformiteit
Bij golf ziet hij een andere ontwikkeling. Die sport is vooral gegroeid via de toename van het aantal commerciële golfbanen. “Je hoeft je niet aan ter sluiten bij een club. Daardoor lijkt het gevoelsmatig gemakkelijker om als persoon met een migratieachtergrond die sport te gaan beoefenen. De impliciete druk tot conformiteit die bij verenigingen bestaat, ontbreekt daar. Ik heb echter geen cijfers over het aandeel golfers met een migratieachtergrond.”

Voetbal
Als ergens de integratie tussen wit en gekleurd gelukt lijkt te zijn dan is dat, afgezien van racistische uitingen door publiek, het voetbal. Maar volgens Stokvis is dat maar ten dele zo. “Je ziet juist bij voetbal heel veel etnische clubs. Die sport is gedeeltelijk gesegmenteerd. Maar ik zie weinig animo onder migrantengroepen om eigen roeiverenigingen op te richten. Daarvoor is roeien in de meeste landen van herkomst een te onbekende sport.”

Tijd
Volgens de socioloog gaat het nog wel even duren voordat de roeigemeenschap verandert van een witte sport naar een meer representatieve afspiegeling van de samenleving. Dat komt ook nog door een andere tendens bij de keuze voor een sport. “Jongeren kiezen vaak voor een sport die al wordt beoefend binnen een familie of vriendengroep”. Ook door die neiging verandert de samenstelling van het ledenbestand van een sport maar heel langzaam. Ik denk dat roeiverenigingen heel bewust moeten omgaan met het gegeven dat voor mensen met een migratieachtergrond het toetreden tot een club heel moeilijk is. Oprichting van roeischolen op commerciële basis werkt misschien beter.”.