Veronique Meester: ‘We kijken niet teveel naar de tijden, het weer is te veranderlijk’

Nabeschouwing

Ymkje Clevering en Veronique Meester liggen nog steeds op een rechtstreekse goudkoers. Zij blikten voor de NOS-camera (klik hier*) terug op de goede start van hun olympisch roeitoernooi. “De tegenwind was taai, de uitvoering was goed. Er waren wel dingen die beter kunnen en moeten, maar eigenlijk was deze race prima”, zei Clevering. “De tegenwind maakte het wel zwaar, we zijn goed het zuur ingegaan”, aldus Meester. Zij was ook blij met de letterlijk start van hun voorwedstrijd. “Hiervoor hadden we wat stuurprobleempjes, maar nu gingen we heel mooi rechtdoor. Dat gaf opluchting.”

Doe vandaag voor 23.59 uur hier mee aan de crowdfunding en win een exclusief DiBipakje van Roeigoed.nl!

Zij vindt dat de tijden met de andere wedstrijden – waarin de Australiers wat sneller waren – niet met elkaar zijn te vergelijken. “Het ene moment zie je de vlaggen strak staan, het andere moment weer slap. Wij zouden vier seconden sneller zijn geweest op de eerste kilometer, zij vijf seconden sneller op de tweede. Dat lijkt mij sterk”, legt Meester uit.

Explosief
De vrouwenvierzonder maakte de rap ontwikkelde reputatie van ‘piekende berggeiten’ gelijk waar. Het boordkwartet kwam in de voorwedstrijd razendsnel op stoom. “We hadden dat een beetje afgekeken van de vrouwendubbelvier en we hebben het gisteren nog even geoefend. Wij hebben nog nooit zo’n goed eerste deel gehad. En we bewaren wat extra’s voor de finale”, stelt Tinka Offereins.

Strijdbaar
De mannen van de vierzonder waren uiteraard minder blij, want ze moeten een extra wedstrijd gaan varen. “Het is hier geen Micky Mouse-competitie. We gingen best goed, maar het is niet ons weer. Gemiddeld wegen we 90 kilo, dat is niet heel veel voor een zware ploeg. Met tegenwind heb je meer aan absolute kracht”, stelt Rik Rienks nuchter. Maar de slagman van de ongestuurde vier was ook strijdbaar. “We hebben eerder herkansingen gevaren die goed uitpakten. We moeten schijt hebben aan de concurrentie en durven te gaan. Het is een sprint van 100 meter, als je er bijna bent moet je nog een keer gaan, in plaats van het kaas van je brood te laten eten.”

Groeien
Martine Veldhuis en Lisa Scheenaard waren zichtbaar opgelucht. “We konden nu goed schakelen na de start, gisteren glipte het door onze handen”, vond Scheenaard. Volgens Veldhuis groeien ze in het toernooi, en dat moet volgens haar ook. “We hebben onze beste race nodig voor de halve finales.” Dat beaamt Scheenaard. “Het onderste zal uit de kan moeten”, blikt zij vooruit naar die ronde.

De riggers van de Litouwse dubbel zullen er inmiddels vanaf zijn. De bemanning van deze boot – Karaliene en Rimkute – wonnen bij de EK’23, WK’23 en de Ek’24 zilver, maar kunnen nu al naar huis. Achter de oranje dubbel werd door de Noorse en Italiaanse ploegen hard gevochten om de tweede plaats. Die kan namelijk dinsdag een iets gunstiger halve finale opleveren.

*Lezers opgelet: onder een oranje tekstdeel op deze site zit een relevante link.