Recordregen voor bondroeisters, José van Veen: 6:36,1

Achtergrond

Bij de onlangs gehouden ergometertesten presteerden de bondsvrouwen van Josy Verdonkschot opvallend. Liefst elf vrouwen noteerden op de 2000 meter een persoonlijk record.

De snelste tijden op de Concept2-ergometer werden neergezet door de krachtpatsers José van Veen (6:36,1) en Lisanne Brandsma (6:36,7). Maar ook de tijden van de nog zeer jonge Karolien Florijn (6:41,4), herintreedster Laila Youssifou (6:48,4) en de relatief lichte Roos de Jong (6:51,6) spraken tot de verbeelding.

Scullsters
Hoofdcoach Verdonkschot heeft dan ook alle reden tevreden te zijn. “Jij haalt er nu een paar tijden uit, maar eigenlijk presteert de gehele scullsectie rond de 6:43 als ik gewichtscorrectie toepas”, stelt hij. “Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van vier jaar terug.” De andere scullsters zetten met 6:42 (Sophie Souwer), 6:46 (Marloes Oldenburg), 6:47 (Olivia van Rooijen en Lisa Scheenaard) en 6:49 (Nicole Beukers) niet alleen relatief, maar ook absoluut goede tijden neer.

Talenten
Toch bleven ook de boordroeister bepaald niet achter bij het verbeteren van de eigen toptijden. Niet alleen Florijn, maar ook de andere drie roeisters die bij afgelopen wereldkampioenschap onder 23 jaar het goud wonnen, haalden veel seconden af van hun beste tijd. Zo kwamen Ymkje Clevering, Veronique Meester en Elsbeth Beeres tot respectievelijk 6:43,2, 6:51,5 en 6:54,0.

Progressie
“Gemiddeld scoren de boordroeisters 6:46 in vergelijking tot 6:53 vier jaar geleden. Dat is een flinke verbetering, maar past ook binnen het streven om ook in deze discipline mee te gaan doen om de medailles. Het volgende meetpunt is de NK Klein medio april”, aldus Verdonkschot.

Hoogtestage
De bondscoach had met de profieltesten, die naast de twee kilometer bestaan uit zes kilometer, 100 meter en één minuut, nog een ander doel. “Niet alleen heb ik iets aan de absolute getallen, ik kan ook zien welk effect het trainingsschema heeft gehad. Zo scoren de scullsters die op hoogtestage zijn geweest in de Sierra Nevada vooral beter op de twee en zes kilometer, terwijl bij de boordroeisters die in Sevilla hebben getraind, hun progressie vooral maken op de kortere afstanden.”

Seat-races
Verdonkschot denkt dat dat laatste ook te maken heeft gehad met de seat-races die daar gehouden zijn. “Het programma in Sevilla bevatte meer intensiteit en dat zie je dan ook terug in de resultaten van de profieltesten. Verder gebruiken we de profielen om het programma van de atleten deels te individualiseren. Zwakkere onderdelen zijn aangepakt en ook dat heeft het gewenste effect gehad.”

Instroom
Met de resultaten van de seat-races doet de Amsterdamse coach vooralsnog niet veel. Hij behoudt veertien boordroeisters voor een later te maken acht en een vier. De enige die vooralsnog geen kans meer krijgt is de Groningse Eline Feitsma, die ook pas later aanhaakte. Ook kunnen er nog mensen instromen na de NK Klein.

Matrix
Bij de scullgroep houdt hij binnenkort eerst selectieraces. Met Scheenaard, Florijn, Oldenburg en De Jong houdt hij een binnenkort een zogeheten matrix in de dubbeltwee waarin iedereen tegen elkaar wordt geracet. Daarna volgen races in de dubbelvier. “Ik wil uitzoeken wie het beste past in de dubbelvier nu Inge Janssen dit jaar niet beschikbaar is. Ik zie vooralsnog geen reden om iemand uit de dubbelvier die wereldkampioen werd, te wisselen, dus die drie blijven voorlopig zitten. Maar uit het racen komt wellicht ook een leuke dubbeltwee boven drijven.” Hij hoopt deze scullboten al voor het NK Klein gereed te hebben.