Nico Rienks denkt dat hij het beter kan

Interview

Een kleine vier jaar geleden begon Nico Rienks met zijn zoektocht naar vrouwelijk roeitalent om in 2020 olympisch goud te winnen. Inmiddels dringt de tijd.

De tweevoudig olympisch kampioen weet dat zijn Project 2020 de beslissende fase ingaat. “We lagen te veel achter op schema, maar ik denk dat we inmiddels aan een goede inhaalslag bezig zijn. De winst in Essen een paar weken terug stemt hoopvol.”

Tijden
Hij somt moeiteloos de tijden op die zijn acht roeide. “We begonnen op 7:04, toen 6:34 en vorig jaar tot twee keer toe 6:12. De laatste stappen zijn het moeilijkste, maar het zou mogelijk moeten zijn dit jaar de 6:00 te benaderen. Als ik naar de tijden van Essen kijk, denk ik dat we nu met snel weer op 6:05 zitten. Haal daar nog een paar seconden af en het is nog maar twaalf seconden tot goud. Er zijn ook nog wat ingrepen mogelijk. Nu combineert iedereen het roeien nog met studie of werk.”

Arrogantie
De initiatiefnemer van de Holland Acht van 1996 erkent dat de prestaties van het project niet altijd even goed zijn geweest. “Dan ga je natuurlijk sneller twijfelen. Desondanks ben ik er nog steeds van overtuigd dat hoe wij het aanpakken de enige weg naar goud is. Je moet iets doen dat nog nooit gedaan is. Het gevaar in de roeiwereld is dat je enkel naar anderen kijkt. Wij hebben de arrogantie te denken dat het ook anders en beter kan. Het zit hem ook in het verhaal. Wie in Nederland weet nou dat de vrouwendubbelvier wereldkampioen is? Bijna niemand. Dat is toch jammer na zo’n superprestatie. Onze vrouwen zouden bij winst zomaar sportploeg van het jaar kunnen worden. Daar gaat het natuurlijk niet om, maar dat zou voor onze sport toch mooi zijn.”

Misrekeningen
Rienks beseft hij dat hij het ook bij het verkeerde eind kan hebben. “Dat is in het begin ook gebeurd. Ik heb me bijvoorbeeld gigantisch verkeken op het niveau van het eerstejaarsroeien.” De ‘roeier van de eeuw’ kreeg kritiek toen hij twee jaar terug in de media verklaarde een jaar later naast de nationale vrouwenacht te zullen liggen. “Ook dat heb ik niet helemaal goed ingeschat”, zegt hij nu. Rienks benadrukt echter dat zijn medecoach Rob Robbers en hij niet vanzelfsprekend verder gaan. “We checken elk jaar of het nog zin heeft om ermee door te gaan en stellen telkens weer nieuwe doelen. Nu we in de kritieke fase zijn aanbeland, hebben we zelf die grens van 6:00 bij snel weer bedacht. Als we die dit seizoen niet benaderen, stoppen we.”

Keuzes
Een uitdaging voor Rienks is dat sommigen van zijn roeisters in de bondsbelangstelling kwamen. Hermijntje Drenth sloot zich al aan bij de groep van Josy Verdonkschot en ook Tinka Offereins kreeg een aanbieding. “We zijn nu eenmaal in een fase waar roeisters dit soort keuzes moeten maken. Ze hebben het daar moeilijk mee, want hoe weet je nou van te voren waar je uiteindelijk het beste af bent? Ik respecteer een vertrek. Ik maakte zelf ook altijd mijn eigen afwegingen.”

Schouderklopje
Het helpt volgens Rienks niet dat zijn ploeg zich vooralsnog niet op het hoogste niveau mocht laten zien. “Ik heb een aanvraag gedaan voor een start bij de tweede wereldbeker maar kreeg nul op het rekest. Zonder onderbouwing overigens, slechts een verwijzing naar de regels. Ik probeer mijn schouders er maar over op te halen. Blijkbaar moet het nog harder. Maar ergens vind ik het jammer dat we zo weinig steun ervaren vanuit de bond. Zelfs een schouderklopje van dat we dit project toch maar mooi hebben opgezet, kan er niet vanaf. Hoewel ik het ergens nog wel kan begrijpen – angst voor innovatie is er overal – doet dat me als erelid van de roeibond toch een beetje pijn. Als ze zelfs vanuit China interesse hebben voor ons project, zal het toch wel iets voorstellen.”

A-status
In plaats van roeisters afstaan, hoopt hij op een tegengestelde beweging “Het is mogelijk dat het met deze groep niet lukt. Technisch zouden we nog kunnen verbeteren, dus roeisters die dat kunnen brengen, zijn welkom. Ik hoop dat als wij 6:00 varen, bondsroeisters onze potentie gaan zien. Waarom zou dat niet gebeuren? Ronald Florijn en ik leverden in aanloop naar Seoul 1988 ook onze olympische nominaties in respectievelijk de dubbelvier en de skiff in en gingen onze eigen weg. Toen we met de Holland Acht begonnen, mocht bondscoach René Mijnders ons niet coachen. Nou, dat is ons toen later mooi alsnog gelukt.”