Francesco Fossi start per 1 april als bondscoach in Duitsland. Hij wordt daar verantwoordelijk voor de mannenscullers. De Italiaan werd drie jaar geleden door Eelco Meenhorst naar TeamNL gehaald waar hij met de mannenscullsectie grote successen behaalde. In 2023 kreeg Fossi bij World Rowing de titel van coach van het jaar.
Zijn hoogtepunt bereikte de Italiaan bij de Olympische Spelen in Parijs waar alle drie zijn sculboten een medaille wonnen. Onze oosterburen zijn dan ook zeer verguld met de komst van Fossi. ,,Het vervult me met trots dat we iemand als Fossi kunnen aantrekken. Ik ben ook blij voor onze scullers dat hij onze coachstaf zal versterken met zijn expertise,” zei Robert Sens – technisch directeur bij de Duitsers – in de media. NLroei sprak Fossi.
Wat gaf de doorslag om deze stap te maken?
Het was niet omdat ik TeamNL wilde verlaten. De situatie bij de Nederlandse roeibond lijkt onzeker, maar dat is tijdelijk, verwacht ik. Het is meer dat het project in Duitsland zich aandiende. Het geeft me de kans me verder te ontwikkelen. Het vertrek van Eelco Meenhorst heeft natuurlijk ook effect, maar de uitdaging in Duitsland is de belangrijkste reden.
Met welke ambitie begin je zo’n avontuur? Duitsland is de afgelopen jaren niet erg succesvol met hun eliteroeiers.
Er gaat veel veranderen in Duitsland en daarbij hebben ze goed naar Nederland gekeken. Duitsland is op basis van het aantal roeiers en ook roeiclubs de grootste roeinatie ter wereld. Ze willen meer professionaliseren. In Nederland werken we nauw samen met wetenschappers en diëtisten en krijgen de roeiers meer individuele vrijheid om zich verder te ontwikkelen. In Duitsland was de coach meer leidend en die bepaalde wat de roeier en ploeg moeten doen. Dat gaat dus veranderen na voorbeeld van het Nederlandse systeem.
Dat is een grote omwenteling. Hoe zie je je eigen rol hierin?
In eerste instantie om goede condities te creëren waarin de talenten zich kunnen ontwikkelen. Natuurlijk wil je uiteindelijk op de Olympische Spelen gouden medailles winnen. Het team is nog jong en we moeten zien of we de situatie kunnen creëren waarin ze zich goed kunnen ontwikkelen om in Los Angeles al zover te zijn. Van de deelnemende ploegen in Parijs gaat de dubbeltwee door en van de dubbelvier ook een deel van de bemanning.
En Oliver Zeidler?
Hij is ook onderdeel van ons team, maar blijft in München trainen met zijn vader als coach. Natuurlijk delen we wel alle informatie en doet hij mee met de trainingskampen.
Duitsland is internationaal succesvol met de junioren en de roeiers tot 23-jaar. In de volgende stap naar het elite-niveau lijkt het mis te gaan.
Als junior beginnen ze vaak al op de leeftijd van tien jaar en tot onder-23 trainen ze heel hard met hoge doelstellingen om wattage te scoren bij hun club. Daardoor zijn ze goed. Het vraagt veel professionaliteit en individuele begeleiding om de volgende stap te maken. Dat zit niet in het DNA van de Duitsers. Dat zou ik graag bij ze willen brengen. Om de roeiers in hun sterkte te zetten van hun eigen proces.
Je kunt daarbij je eigen ervaring als toproeier meebrengen. Jij begon ook al als juniorroeier, stoomde door als SB-er, verzamelde WK-medailles en werd later ook olympiër. Een lange loopbaan.
Als roeier heb ik eigenlijk het omgekeerde meegemaakt. In de laatste drie jaar van mijn roeicarrière zat ik niet in een situatie waarin ik kon leren, zelf mijn beslissingen nemen en fouten maken. Ik had beter kunnen worden.
De opzet van de coachstaf wordt voor een groot deel gekopieerd van Nederland. Je hebt daarnaast wel te maken met een andere roeistructuur in Duitsland.
Het studentenroeien is in Duitsland niet zo prominent als in Nederland. In Duitsland blijven de juniorroeiers veel langer bij hun club. De verenigingen hebben dan ook veel meer te zeggen dan in Nederland. Dat maakt het wel moeilijker om bepaalde beslissingen te nemen over welke fondsen voor het olympisch team zijn. Daarnaast heb je nog te maken dat Duitsland een federatie is.
Ze hebben daardoor niet één centrale trainingslocatie, zoals in Nederland met de Bosbaan. De regio’s hebben ook veel invloed en bepalen ook hoe de geldstromen lopen. In Hamburg bouwen ze nu een compleet nieuw centrum voor de scullers. De boordroeiers zitten in Dortmund. In totaal zijn er vijf trainingscentra voor het olympische equipe. Uitwisselingen van roeiers tussen de verschillende disciplines zal niet zo snel gebeuren.
In Nederland hadden we een team van alle coaches en begeleiders gecreëerd. We namen samen de beslissingen en hielpen elkaar. Nu ben ik alleen verantwoordelijk voor mijn eigen sectie.
Je hebt opnieuw te maken met een andere roeistructuur als in Nederland. De overgang van Italië naar Nederland was al groot. Je lijkt dat ook als uitdaging te zien.
Ja, dat is ook een van de dingen die ik ook leuk vindt. Uitzoeken waarom ze het anders doen en hoe ik daarin kan passen als coach is een uitdaging. Mogelijk kan ik later experimenteren met goede dingen die ik eerder heb opgedaan en toepassen om het beter te maken. De stap van Italië naar Nederland was een grotere verandering dan van Nederland naar Duitsland.
Italiaanse coaches lijken zich als een inktvlek over de wereld te verspreiden. Jij in Duitsland, Antonio Maurogiovanni en zijn zoon Nicolo, Gianni Postiglione Marco Galeone zijn andere coachende internationals uit Italië. Heb je daar een verklaring voor?
In Italië is roeicoach meer een beroep dan in de rest van de wereld. En ik denk dat Italianen goed kunnen coachen. Dat zie je ook bij het voetbal. Het is een goede traditie is en we hebben veel verschillende culturen. Daardoor hebben we een goede softskill ontwikkelt. Italianen kunnen goed integreren in een andere cultuur. Die andere cultuur respecteren we en kunnen daar volledig in opgaan.
Hoe goed ken je Robert Sens de Duitse technisch directeur en Mark Emke, je collega voor de boordroeiers?
Sens kende ik nog niet zo goed. Heb een goede indruk van hem. Hij is zeer dynamisch. Mark ken ik en het is een aardige kerel. Hoewel ik nooit samen met hem heb gecoacht. Ik kwam bij TeamNL toen hij wegging. Het is goed om ook een Nederlandse collega te hebben.
Wat ga je missen van Nederland? Hoewel, je blijft in Nederland wonen en bent vier dagen per week in Hamburg.
Niet de kou en de regen. Dat is daar niet anders. Het waren drie zeer leerzame jaren. De roeiers en collega’s zal ik missen. Ik ben hen dankbaar dat ik daar deel van uit mocht maken. Uiteindelijk heb ik deze job ook gekregen door hun successen.