Ik had verdriet van de vernielingen bij Njord

Column

Een paar dagen terug kwam de uitspraak van de tuchtcommissie van onze roeibond over de vernielingen die een groep Nereusleden afgelopen najaar aanbracht bij Njord.

Ik was toen verbaasd – en ben dat eigenlijk ook nu nog – want zo kende en ken ik Nereus niet. Maar er was duidelijk schade. Ik heb de dagen er na toch verdrietig op Njord rondgelopen. Overigens stonden al snel Nereusleden klaar om te helpen met opruimen en schoonmaken.

Steeds denk ik: waarom deden deze Nereusroeiers dit? Ik begrijp het nog steeds niet. En ook in de goed leesbare uitspraak van de tuchtcommissie kan ik het niet terugvinden. Laten we wel hopen dat dit gedrag eenmalig was en dit niet een vast iets bij het studentenroeien wordt. Dat zou zonde zijn, want juist de studenten hebben een belangrijke rol binnen het Nederlandse roeien.

De studentenverenigingen leveren altijd een groot deel van de roei(st)ers van de nationale equipe. En dat is ook weer zo in dit post-olympisch jaar. En laat dat zo blijven. Wel zullen de verenigingen beter moeten letten op het gedrag van hun roeiers en ook op het zogeheten ‘brassen’. Ik hoop dat Nereus dat door de universiteit stevig is aangepakt, weer normaal gaat doen. Dat moet kunnen lukken.