Samen met Eric Murray vormde Hamish Bond het onverslaanbare duo. De tweezonder werd gedurende twee olympiades niet verslagen. Bond had het daarmee gezien met het roeien en stort zich op een fietscarrière. Hij wilde uit zijn comfortzone. En niet zonder ambitie: Tokio 2020 zou hij willen halen.
De ex-roeier probeert daarmee een carrière waar velen decennia over doen in vier jaar te proppen. Hoewel hij wel in conditie is, vraagt hij daarmee nogal wat van zichzelf. Toch lijkt hij goed op weg, afgelopen woensdag behaalde hij een bronzen medaille bij de prestigieuze Commonwealth Games. “Ik dacht dat wielrennen makkelijker zou zijn dan roeien”, zegt Bond vrij vertaald. “Maar het is echt wel lastig.”
Pech
De wedstrijd strekte over 38,5 kilometer. Bond legde die afstand in 48 minuten en 45,45 seconde af. Halverwege had hij enige pech omdat hij werd opgehouden door een official op een motor, vervolgens raakte hij bijna aan afzetpaaltje. Maar dat zou niet het verschil tussen zilver of brons maken volgens de renner.
Ommezwaai
“Het leven is er om uitdagingen te zoeken”, zegt Bond over de ommezwaai in zijn carrière. “Ik ben blij dat ik ben gaan fietsen. Je weet niet of je het waard bent totdat je er je schouders onder zet.” Zijn ervaring op de fiets groeit en Bond kent een continual evolution of small returns. En hij zit naar eigen zeggen nog niet op zijn maximale kunnen. Een medaille was voldoende om de weg richting Tokio voort te zetten, maar er moet nog meer uit gaan komen.