Afgelopen vrijdag versloeg Guillaume Krommenhoek wereldkampioen Kjetil Borch nog met een sterke race, maar in de finale van de Royal Henley Regatta bleek gisteren Europees kampioen Olivier Zeidler een maatje te groot. Ondanks de prima start van Krommenhoek werd het gat met de Duitser steeds groter.
Volgens de skiffeur van Skøll verliep de finale wat stroever dan de rest van de Henley. ‘’Ik kwam goed weg, maar Zeidler bouwde echt hard door op een gegeven moment. Volgens mij lag ik op de 1000 meter nog redelijk in de buurt, en toen ineens was hij helemaal weg. En dan is het nog een eenzaam stukje naar de finish.’’
Balen
En daar baalt Krommenhoek toch van, ondanks dat hij voor de rest een goed toernooi heeft gevaren. ‘’Je wilt altijd meer, het moet altijd beter. Als sporter ben je op zoek naar het perfecte, eigenlijk zelfs naar het onmogelijke. Het is jammer dat het in de finale er niet weer uit komt zoals twee dagen daarvoor.’’ Maar zelfs die harde halen van vrijdag zouden niet genoeg zijn geweest in de finale, denkt hij. ”Zeidler ging gewoon te hard.”
Beste race
Want de race afgelopen vrijdag tegen Borch was volgens Krommenhoek zijn beste race van dit seizoen. ‘’We lagen een tijdje boegbal aan boegbal, en hij probeerde weg te komen. Op een gegeven moment dacht ik: nu het is mijn beurt. En dat ging eigenlijk heel soepel en makkelijk. Het is natuurlijk heel lekker als je tegen de wereldkampioen vaart en je hoeft niet een eindsprint in te zetten. Dan denk je: jeetje, wat een mooie race. Jammer dat het tijdens de finale niet lukte.’’
Leermoment
Krommenhoek ziet de wedstrijd van gisteren als een leermoment. ‘’Net zoals de wereldbeker in Poznan dat was, daar heb ik ook ontzettend veel van opgestoken. En dat kan ik allemaal weer meenemen naar Rotterdam.’’ Hij heeft vertrouwen in de aankomende wereldbekerfinales. ‘’Ik weet waar ik sta en wat ik kan. Dat blijkt ook uit trainingen, dan zie je dat je splits draait waarmee je toch in de buurt van de grote jongens zou moeten komen.’’
Er tegenaan
Vrijdag zien we Krommenhoek weer op de Willem-Alexanderbaan in Rotterdam. ‘’Nu eerst even op adem komen, en de rest van de week een beetje doorpeddelen. Daarna er weer tegenaan natuurlijk. Eens kijken of het weer een stapje hoger kan.’’