Bertus Günther over de Diamond Sculls: ‘De laatste 50 meter waren erger dan de hel, ik trok wat ik trekken kon’

Wedstrijden

Melvin Twellaar zit momenteel in een transitie. De skiffeur wordt boordroeier en gaat in september bij de WK vierzonderen. En dat terwijl hij twee weken geleden als (single) sculler de Diamond Sculls won. Dat overkomt Nederlanders niet zo vaak. Alleen Janus Ooms (1891), Frits Eijken (1921), Bertus Günther (1929) en Merlin Vervoorn (1996) gingen Twellaar voor.

Het was twee weken geleden voor Twellaar zaak om in de eindstrijd uit de greep te blijven van zijn opponent Finn Hamill. Er doet zich een opvallende overeenkomst voor met een andere NL-overwinning bij deze prestigieuze prijs. Günther had namelijk te Henley bijna een eeuw geleden in de slotmeters van zijn Diamond Sculls-finale min of meer dezelfde uitdaging. In De Telegraaf van 15 augustus 1964 blikte hij gedetailleerd terug op zijn strijd tegen de Canadese kampioen Wright.

Vuurrood
De Amsterdamse slagerszoon wist dat zijn tegenstander ‘een dodelijke eindspurt’ had, in de slotmeters was hij moe. “Uit louter wanthoop begon ik tot 17 te tellen, en toen ik zover was, telde ik nog eens tot 11. Waarom 17 en 11 wist ik niet. Ik moest iets doen om niet aan mijn ellende te denken. Rechts en links hoorde ik gebrul. M’n hoofd bonsde. Of was het m’n hart? Opgeven dacht ik. Nee, niet opgeven, murmelde ik. Nooit. Ik dacht aan mijn vele vrienden in het vaderland, die op dat moment aan de radio zouden zitten met vuurrode koppen van opwinding. Ik kletste maar wat met mezelf. Effetjes nog, siste ik, effetjes nog”, liet Günther in De Telegraaf noteren.

Hij vervolgt in de inmiddels 60 jaar oude krant. “Plotseling hoorde ik de vader van mijn tegenstander van de oever roepen. Hij coachte z’n zoon. ‘Give ten, boy!‘, riep hij. Dat was het sein voor de vijand om te spurten, maar nu was ik gewaarschuwd en ik was een slag vóór. Ik zag niets meer, het suisde in mijn oren. Nu hoorde ik ook niets meer. De laatste 50 meter waren erger dan de hel. Ik trok wat ik trekken kon en tegelijk dacht ik ieder ogenblik dat ik zou moeten stoppen. Als door een floers zag ik Wright op me afkomen. Toen opeens roeide hij niet meer. Hij zakte voorover, het hoofd op de knieën. We hadden beiden de bel van de finish niet gehoord. en waren onnodig 30 meter te ver geroeid. Een 60 meter vóór de finish had ik in mijn vertwijfeling al willen opgeven en nu had ik nota bene nog 30 meter achter de finish aan de riemen getrokken! Maar de schrik van mijn leven kreeg ik toen ik ergens een stem hoorde ‘dead heat’. Nee, dacht ik, nog een keer overroeien? Nooit van mijn leven. Maar toen hoorde ik ‘three feet’ en aan het bord werd mijn nummer omhoog gehesen. Nummer 2. Ik had de Diamond Sculls gewonnen.”

Dol
Telegraafjournalist E. Jan Stoffels besluit het artikel met “Toen Bertus Gunther na de overwinning nog een erebaantje roeide, brak een dol af. Als dat een paar minuten eerder was gebeurd…je moet er niet aan denken”