Vorige week werd Isabel van Opzeeland na een fabelachtig seizoen gelauwerd als ‘aanstormend talent’. Een ruime meerderheid van 54 procent van de stemmers bedeelde haar deze eer toe.
De junior werd vorig jaar als zestienjarig meisje met overmacht Nederlands Kampioen in de skiff. Die prestatie werd beloond met een ticket voor de Europese Kampioenschappen in Krefeld. Daarvan keerde zij met een bronzen medaille huiswaarts. In de zomer leverde een uitzending naar de Wereldkampioenschappen voor junioren haar een knappe zevende plaats op bij de solisten.
Trots
“Ik ben het meest trots op mijn prestatie bij de EK. Dat was echt heel gaaf”, zegt Van Opzeeland. “Dat ik daar een podiumplaats behaalde had ik echt niet verwacht. Ik zie het echt als een prestatie.” Dat kampioenschap was, op de Coupe de la Jeunesse van het jaar ervoor na, haar eerste echte internationale krachtmeting.
Opzienbarend
De internationale prestaties van Van Opzeeland zijn opzienbarend. Ze heeft de smaak van het presteren te pakken en het eerstvolgende doel staat op haar lijstje: “Komend jaar wil ik opnieuw Nederlands kampioen worden.” Ze roeit nu ruim twee jaar. Ze kwam in beeld via een talentdag van het NOC*NSF, waarvoor zij zich destijds aanmeldde.
Olympische Spelen jeugd
Via het Nederlands Kampioenschap kan ze, net als afgelopen jaar, een startbewijs binnenhalen voor de Europese Kampioenschappen. “Hier wil ik ook weer op het podium staan”, zegt ze vastberaden. En dat is nodig. “Tot slot wil ik starten bij de Olympische Spelen voor de jeugd. Daar starten zou echt een geweldige eer zijn. Het is nu een van mijn grootste dromen.” Die Spelen worden later dit jaar gehouden in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. “Als ik bij de Europese Kampioenschappen bij de beste drie eindig is de skiff gekwalificeerd.”
Trainen
Maar Van Opzeeland richt zich een voor een op haar doelen. Eerst ligt de focus bij de NK. “Ik train nu elke dag, naast school. Ik voel me super productief. We trainen nu flink op het technische geheel. Daarnaast werk ik uiteraard ook aan mijn kracht.” Al met al is het devies nu alleen maar: “Vaak en heel hard trainen.”