Het is een vreemde tijd waarin we leven. Een virus zorgt ervoor dat er nu amper mag worden geroeid en dat veel verenigingen – waaronder de studentenverenigingen – dicht zijn. En dat terwijl we deze dagen stil willen staan bij de vrijheid die op 5 mei 1945 kwam. Bij dat vieren van de vrijheid toen er een einde kwam aan de tweede wereldoorlog, hoort ook het stil staan op 4 mei bij de doden die vielen.
Ook roeiend Nederland had te maken met de wereldoorlog. Er kon op Njord, de oudste studentenroeivereniging, niet geroeid worden en voor het materiaal moest een onderkomen worden gezocht omdat hout geliefd was om in de haard te doen. Dat lukte deels bij Noordman, de houthandel aan de andere kant van het Njordwater.
Er was wel een bestuur dat behalve de zorg voor het materiaal ook op het geld moest passen, want er moest belasting worden betaald over het inkomen van bootsman Hendrik. De universiteit was als enige universiteit in Nederland door de Duitsers gesloten vanwege de lezing van professor Cleveringa die zich verzet had tegen het ontslag van joodse collega’s.
Van de roeiers die dus niet meer konden roeien, ging er een stevig aantal in het verzet. En van die roeiers moest een aantal dat met de dood bekopen. Ze eindigden vaak in Neuengamme, het kamp waar veel verzetsmensen die waren gearresteerd naar toe werden gebracht en waar ze terecht werden gesteld. Ook kwamen roeiers om die tevergeefs in Engeland probeerden te komen om daar als Engelandvaarder actief te worden. Om in Engeland te komen moest je eigenlijk via Spanje varen en dat kostte veel tijd.
Er werden ook mensen uit wraak door de bezetter vermoord omdat een Duitser was dood geschoten, ook als had degene waar wraak op werd genomen er zelf niets mee te maken. Zo een slachtoffer was de oud-roeier Flu, die inmiddels huisarts was in Leiden en die om het leven kwam bij zo een zogeheten Silbertanneactie.
In het najaar zal een boek verschijnen over Njord in de oorlog, want ook de huidige generatie wil vijfenzeventig jaar na de bevrijding stil staan bij wat toen gebeurde. En in dat boek zal uiteraard ook aandacht zijn voor olympisch roeier Ernst de Jonge die aan het begin van de oorlog al naar Engeland ging om verzet te voeren, maar naderhand gevangen werd genomen en waarvan het lichaam nooit is gevonden.