Bosbaan-WK-presentatie: geen woord over boeiverschillen van een te krappe ‘shitbaan’

explainer

Zaterdag was er in een zaaltje van de Sporthal Zuid een lofzang op de Bosbaan en de aanstaande WK. Alle notabelen hadden zich verzameld voor een flitsende goed-nieuwsshow, waarbij de pers geacht werd toe te horen. De technische bondsdirecteur, toernooidirecteuren, NOCNSF-ers, een World Rower, topsport-Amsterdammers én de sportwethouder van de hoofdstad waren uitgerukt. Zij kijken allemaal uit naar de laatste week van augustus. En dat is te begrijpen.

Want dan wordt de roeibaan in het Amsterdamse bos nog mooier dan zij nu al is. Zo komt er een roeiersdorp vlakbij de baan. De medailles zullen daar ook uitgereikt gaan worden. Dat komt de beleving ten goede. En er wordt gewerkt aan kansengelijkheid. Zo krijgen alle atleten – uit circa 60 landen – Hollandse kost voorgeschoteld. Precies hetzelfde als dat wat de Nederlandse roeiers het hele jaar te eten krijgen. En dat supervoer zou een succesfactor zijn die Nederland als roeinatie op de nummer-1-positie bracht. Kortom, eind augustus wordt de Bosbaan een roeiersparadijs. Althans zolang het windstil is.

Want als het waait verandert de paradijselijke Bosbaan in een ‘boeienbak’. De reputatie is terecht nogal matig – nationaal en internationaal. De korte versie: als het waait krijg je onder veel omstandigheden aan de ene kant van de baan meer wind dan aan de andere. En/of ontstaat er stroming. Dat maakt de baan oneerlijk en daardoor hebben de roeiers geen gelijke kansen. zaterdag kwam het onderwerp plenair niet aan de orde. Gelet op het aantal roeileken aan de leiding en sommige Bobo’s die bagatelliseren of doen alsof hun neuzen bloeden, brengt NLroei nu deze explainer erover. Plus aan het einde een (baanbrekende) oplossing.

Wat is boeiverschil?
De Bosbaan heeft acht banen, zes ervan zijn tijdens een wedstrijd in gebruik. Als de wind schuin op de baan staat – waait het aan de ene kant van de baan harder dan aan de andere kant. Bovendien kan het water gaan stromen, ook al staat de wind recht op de baan. Want de wind stuwt het water op, en dan stroomt het automatisch weer terug. Zo kan het gebeuren dat er aan de ene kant van de baan stroming mee is, en aan de andere kant van de baan stroomt het water juist tegen. En dan heb je nog een andere factor: golven. Aan de kant waar de luwte is zijn ze lager. Daar roeit het dan prettiger en is de golfweerstand lager.

‘Boeiend’ allemaal, maar wat maakt het uit?
De verschillen die ontstaan zijn significant. Al bij een matige wind bedragen – afhankelijk van de windrichting – de verschillen al gauw 5 tot 10 seconden. Ter vergelijking: bij de Olympische Spelen van Parijs bleef de NLvrouwendubbelvier op 0,15 seconde steken van goud, terwijl de NLvrouwenvierzonder goud won met een voordeel van 0,18 seconde.

Maar hoe weet je dat van die boeiverschillen?
Dit staat in een wetenschappelijk onderzoek dat in opdracht van de roeibond in 1998 is uitgevoerd. Dit in het kader van de verbreding van de Bosbaan, die is namelijk rond de eeuwwisseling van 6 naar 8 banen opgerekt om aan de toenmalige WK-eisen van World Rowing te voldoen. Omdat de uitkomst het bondsbestuur indertijd kennelijk niet beviel, is het onderzoek later gebagatelliseerd. Het zou slechts gaan om een afstudeerscriptie en niet veel voorstellen. Daar was professor Guus Stelling het totaal niet mee eens. Hij was indertijd de scriptiebegeleider en stond pal voor het wetenschappelijk model waarmee is gerekend.

Wat zei de professor over de verbreding?’
“Vóór de aanpassing leidde dit door de nadelige stroming tot verschillen van twintig seconden tussen de boeien. Dankzij de renovatie is dat verschil hooguit iets teruggelopen”, zei de hoogleraar in De Volkskrant van 26 april 2001.

En wat dacht roeimagiër Diederik Simon ná de verbreding van 96 naar 118 meter ervan?
“Het verschil met de oude baan is nihil. De Bosbaan is nog steeds te smal en te ondiep, al is het wel ietsje beter dan voorheen. Ik zou de nieuwe baan willen omschrijven als een typisch Nederlandse polderoplossing. Er is met alles en iedereen rekening gehouden. Maar als je het aan mij als atleet vraagt of ik liever hier of ergens anders een WK zou willen roeien, dan kies ik voor het laatste. De Bosbaan is een shitbaan, er zijn veel betere banen in de wereld”, zei de olympisch kampioen na de opening in 2002 tegen het Algemeen Dagblad. In 2025 kreeg hij letterlijk gelijk als het gaat om het shitaspect.

Hoezo shit?
Dat bleek niet alleen een figuurlijke metafoor, maar ook letterlijk. Zaterdag werd opgemerkt dat het laatst verschrikkelijk stonk toen de Bosbaan werd uitgebaggerd. Vogelpoep (vooral ganzen kunnen formidabel schijten), andere smurrie en waterplanten zijn toen verwijderd. De Amsterdamse sportwethouder Sofyan Mbarki zei laatst tegen AT5 dat de Bosbaan er eerlijker door werd. Misschien is ‘iets minder oneerlijk’ een betere woordkeuze.

Maar andere roeibanen zijn toch ook oneerlijk?
Helemaal waar! Maar schrijver dezes kent geen andere WK-banen die nog oneerlijker zijn dan de Bosbaan. Dat komt door een aantal specifieke factoren. Ten eerste is de Bosbaan extra ondiep, slechts twee meter. Dit is vanwege een leemlaag die als bodem dient. Dieper kan de baan niet worden, want dan raakt het bassin lek en loopt het leeg. Diepte is belangrijk om stroming tegen te gaan. Er is in het reglement van World Rowing speciaal een uitzondering gemaakt voor kunstmatig aangelegde banen a la de Bosbaan, die mogen slechts twee meter diep zijn, andere moeten minstens drie meter zijn.

En zo is er de breedte. De Bosbaan is maar 118 meter breed, de eis is tegenwoordig minstens 135 meter. World Rowing verleende dispensatie. Dan zijn er bijvoorbeeld de bomen, die zijn enerzijds een zegen – ze breken de wind wat – maar anderzijds een vloek. Want de bomen staan veel te dicht op de baan, hierdoor is de wind dus vaak niet gelijkmatig over het parcours verdeeld. Dat geldt ook voor de dijk waarop de autoweg langs de Bosbaan is aangelegd. Dat helpt ook niet. Professor Stelling pleitte voor het kappen van een deel van de bomen, maar wethouder Geert Dales vond dat ten tijde van de Bosbaanverbreding een onmogelijk plan.

Wat een narigheid allemaal, is er dan helemaal niks aan te doen?
Gelukkig wel. Tijdens de WK wordt de Bosbaan van extra meetapparatuur voorzien zodat de Fairness Committee goed de weersomstandigheden kan monitoren. Als er verschillen zijn, is het comité bevoegd om in te grijpen. Er staan grofweg drie middelen tot de beschikking. De als beste geplaatste ploegen kunnen op de beste boeien worden gelegd, dat wordt het waaierprotocol genoemd. Of er wordt een time trial gehouden. Dat zijn echter beide zeer ongewenste oplossingen, je krijgt wel een uitslag, maar wat voor eentje?

Zo’n trial kan zo maar een kwartier in beslag nemen, de windsnelheid en de richting zijn tijdens een winderige dag zelden helemaal constant. De derde en beste optie is de wedstrijd verplaatsen naar een moment dat het minder waait. De avond leent zich daar in de zomer vaak uitermate goed voor.

Hoezo dat?
Door temperatuurverschillen ontstaat er in de zomer aan de kust vaak een harde wind. Dat is in dit artikel goed beschreven hoe dat werkt. In de avond neemt de wind meestal af, helemaal bij zonsondergang. Hoe mooi zou het zijn om in de avond de WK af te werken? Een verlichte Bosbaan zou prachtig zijn. Je kunt de benodigde spullen gewoon huren. Het is eigenlijk curieus dat dit nog niet eerder is gedaan. In 1987 was er in Denemarken een dramatisch WK die in de finalemiddag werd beheerst door giga-boeiverschillen in verband met de harde wind. NLroei bestond toen nog niet, maar deze redacteur was wel ooggetuige: om 18 uur was het bij Bagsvaerd windstil. Precies volgens de verwachting van de lokale roeiers. Er werd schande over gesproken, die emotie bestaat nog steeds.

Wat zou het mooi zijn als de WKdeelnemers kunnen terugkijken op een eerlijk toernooi. Dat niet alleen het eten gelijk voor iedereen was, maar ook de baanindeling.
Exact, daar gaat het om. Het is een enorme kans voor de stad Amsterdam en de WK-organisatie er alles aan te doen om ondanks de shitbaan een zo fair als mogelijke WK te organiseren. Die innovatie zou wereldnieuws zijn.