[Roei!] Emke baalt: “Ergens zijn we het kwijtgeraakt”

Achtergrond

De Holland Acht won brons in Rio maar de mannen lieten technisch niet hun beste roeien zien. Lange reistijden naar de roeibaan en slechte omstandigheden zaten volgens bondscoach Mark Emke het bereiken van de absolute topvorm in de weg. Hij blikt terug op het optreden van zijn ploeg en vertelt over zijn plannen richting Tokyo [Door Leonie Walta, redactie Roei!].

“We wilden in Rio natuurlijk winnen. Op de wereldbekers in Varese en Luzern waren we al de beste geweest en we hadden daarna zelfs het gevoel dat er nog meer in zat. Maar het was niet onze topwedstrijd, en dat had het wel moeten worden. Na Luzern hebben we een prima voorbereiding gehad, fysiek was iedereen in orde. Dat het er in Rio niet uitkwam lag vooral aan technisch niet goed roeien.”

Subtiele coördinatie

“Ze namen niet de druk die ze moesten nemen, omdat ze net iets te vroeg en te grof hun blad inzetten in plaats van het naar het verste punt mee te nemen. Aan de ene kant moet je natuurlijk zo snel mogelijk druk pakken en die lang vasthouden, maar aan de andere kant moet je ook weer niet naar het water slaan. Dat is een subtiele coördinatie. Of je dat voor elkaar krijgt heeft voor een deel te maken met de flexibiliteit die je achterin je haal moet hebben om het voorin goed te laten gaan.

En die flexibiliteit is er niet altijd, hebben we gemerkt. Vooral na perioden met veel krachttraining gaat het minder. Maar in de voorbereiding naar wedstrijden hangen de roeiers minder aan de gewichten, rusten ze een beetje uit, en dan komt die flexibiliteit er altijd wel weer in. In Luzern ging dat prima bijvoorbeeld. Het blijft soms wel een beetje ongrijpbaar, die golfbeweging in het technisch goed roeien van een ploeg. Maar het lijkt prima te werken als we voorafgaand aan de wedstrijd voldoende kunnen varen op goed water. En dat is precies wat in Rio niet zo goed is gelukt.”

Reistijd en moeilijk water

“Ter plekke bleek dat, terwijl de heenreis van het olympisch dorp naar de roeibaan ongeveer een uur was, de terugreis aan het eind van de middag na twee trainingen wel tweeënhalf uur kon duren. Dat was heel vervelend, dus hebben we op een gegeven moment besloten om maar een keer per dag te trainen, in de ochtendperiode. Daarbij was het vaak winderig, met lastige golven. Je wilt dan evengoed blijven doen wat je moet doen, maar dat is niet zo goed gelukt.

Ik heb het gevoel dat we daardoor een stukje kwaliteit hebben weggegooid dat we wel hadden. Het niveau van Luzern hebben we in het trainingskamp lang kunnen vasthouden. Maar ergens zijn we het kwijtgeraakt en daar baal ik van. Als het technisch goed gaat roei je in de start net wat harder weg, een secondetje of zo, en dan lig je er net wat beter bij. En dan kan het in het laatste stuk van de wedstrijd ook nog een beetje sneller. Dan ben je er al. Dan doe je mee om het goud, zo simpel is het.

Uiteindelijk hebben de mannen in de finale nog wel hun beste wedstrijd van het toernooi gevaren. Doordat het niet liep was er tijdens de voorrondes een proces ontstaan waarin ze allemaal vonden dat de ander het anders moest doen. Of dat ze als ploeg iets anders moesten doen. Na de herkansing hebben we een stap gezet door ze te laten focussen op waar zij individueel mee bezig moesten zijn: hoe roeide jij zelf in Luzern, en kun je dat opnieuw doen? Zo hebben ze alsnog die medaille eruit gesleept, en dat is dan best wel weer bevredigend. Olivier Siegelaar, die er ook in Beijing en Londen al bij was en daar nog geen medaille had gewonnen, overtuigde de rest dat ze heel blij mochten zijn met dit resultaat.”

Tokyo 2020

“Naar de toekomst toe hebben we een goede uitgangspositie, met goede roeiers die allemaal graag door willen. Wat we de afgelopen jaren hebben gedaan met krachttoename en hoogtetraining zou ik graag nog een stap hoger willen tillen. We hebben veel tests gedaan, veel gemeten, maar wat kunnen we daar nu allemaal uithalen? Er zijn nog een hele hoop vragen.

Ik zou graag op dagelijkse basis willen samenwerken met een fysioloog, iemand met een goede wetenschappelijke achtergrond. Die zou op basis van de continue registratie van wat de mannen aan het doen zijn kunnen vaststellen hoe zaken als vermogen, lactaatwaarde, hartslag en snelheid zich tot elkaar verhouden. Hiermee kan per individu een eigen belasting worden bepaald. Ik wil hier meer grip op krijgen om het trainingsprogramma beter op de individuele roeier te kunnen afstemmen.

Met de huidige groep boordroeiers ga ik de komende twee jaar ook nieuwe mensen laten meedraaien zodat zij kunnen groeien. Er komt een groep goede roeiers aan, bijvoorbeeld de jongens uit de senioren B acht die goud won op de WK in Rotterdam. Maar ik wil ook weer een scullersgroep maken, met mensen als Stef Broenink, Koen Metsemakers, Amos Keijser en Abe Wiersma. Feit is dat we met de boordroeiers de medailles winnen, daarom lag en ligt daar de focus. De boordroeilijn willen we blijven versterken. Maar wellicht zijn er ook roeiers die scullend naar de top kunnen. Over twee jaar maken we de balans op en bepalen we de verdere focus voor Tokyo.”

Roei! 17 met Roei!kalender 2017
Het zeventiende nummer van Roei! is uit. Met veel vrouwen: op de cover Wil Lokkerbol en Pleun Honig, samen goed voor 250 marathons. En Wil trekt er telkens weer op uit om in het buitenland grote roeitochten te maken. Lees in Roei! 17 hoe zij een ongelofelijk aantal rivieren bevaren heeft.
Bij dit nummer de editie 2017 van de Roei!kalender. Nog kleuriger, vrolijker en overzichtelijker dan de vorige uitgaven. Neem een abonnement, het kost maar 25 euro per jaar, klik hier.