De komende honderd jaar is er nog veel te winnen

Kort

Beste Rutger,

Jij bent zelf nog niet eens half zo oud, maar graag wil ik jou als voorzitter (en daarmee jouw bestuursgenoten, medewerkers, meewerkende directeuren en bovenal alle Nederlandse roeiers) feliciteren met de honderdste verjaardag van ons aller bond: van harte!

Rechtstreeks uit het clichéarsenaal: er is in die tijd veel gebeurd. Heel veel zelfs. Onze gewaardeerde collega’s van het magazine Roei! hebben met liefde en toewijding het prachtig op papier gezet (aanrader, de speciale jubileumuitgave is hier te bestellen). Goede verhalen over de ontstaansgeschiedenis, de ontwikkeling van roeitechniek en materiaal, topprestaties en mooie mensen als bijvoorbeeld Jan Upmeyer en de Heuvelmandynastie.

Aan de hand van de ontwikkeling van het vrouwenroeien, maar ook met de inmiddels afgevlakte controverse tussen de corporalen en de zogenaamde knorren wordt een deel van de maatschappijgeschiedenis en passant beschreven.

Ook de tweede wereldoorlog blijft niet onvermeld. Op 4 mei 2014 heeft de sportwereld in het olympisch stadion letterlijk stilgestaan wat die inktzwarte periode voor de roeisport betekende. Roei!medeoprichter Jan Maurits de Jonge brak toen een lans (een niet flauw bedoelde woordspeling) voor de (her)bewapening van de Nederlandse defensie. Ik denk nog met enige regelmaat terug aan zijn woorden, het lijkt erop dat zijn hartekreet steeds relevanter wordt. Maar ik weet ook zeker dan De Jonge niet bedoelde kanonnen op wherry’s te monteren.

Samantha Oudeman gaf aan waar de roeisport wel wat mee kan. Zij besprak haar studie naar de geschiedenis van Poseidon, waarop overigens door een enkel lid van De Hoop nog altijd wat krampachtig wordt gereageerd. Haar wijze les was: de roeisport is anno nu een (te) witte sport.

Ik lees dat er pogingen worden gedaan samen te werken met het coastal rowing en het gigroeien. Dat zou mooi zijn. Nog liever zie ik jongens en meisjes uit alle windstreken van de wereld in een gewone roeiboot. Onze sport zou wat mij betreft net zo kleurrijk mogen zijn als bijvoorbeeld het eerste elftal van de voetbalvereniging Ajax. Het streven zou een dwarsdoorsnede van de samenleving moeten zijn, in alle opzichten.

De emancipatie van het vrouwenroeien leverde vele medailles op, zo ook het staken van strijd tussen verenigingen. Juist de bond stimuleerde samenwerking tussen clubs en dat bracht voorspoed. Een transformatie van een witte sport naar een kleurrijke zal niet alleen een groter draagvlak en meer medailles opleveren. Roeien verbroedert.

Dat is in de afgelopen honderd jaar bewezen, maar er is nog veel te winnen.

Redactionele groet,

Anne